LANGS DE VELDEN, ANDERS

want ik moet die vierhonderd keer driehonderdduizend bloemblaadjes
want ik moet die vierhonderd keer driehonderdduizend bloemblaadjes
ik moet die laten drogen en sorteren per grootte en per kleur en ze moeten per tien stuks in piepkleine zakjes en in dozen
en ondertussen moet ik nadenken over de marketingcampagne want ze moeten verkocht
en ik denk aan facebook en natuurlijk ook aan instagram en al de rest
maar er moeten ook flyers
en reclamepanelen van vele vierkante meters
en spots, overal, op iedere televisie en radio en natuurlijk op alle schermen
en ik moet mijn marketingstrategie goed in de gaten houden
en de resultaten meten en analyseren en beoordelen

ondertussen zitten die vierhonderd keer driehonderdduizend bloemblaadjes gesorteerd in zakjes per tien stuks in hun dozen
te wachten
te wachten
ik moet die nu aan de man brengen, per zakje
en natuurlijk zullen de mensen die willen kopen
de marketing is nog even bezig
ik moet straks of morgen de eerste bloemblaadjes naar de verdeelpunten brengen
per drie dozen of per tien
naar overal

het nut ervan ken ik niet
de bloemblaadjes, ja
het waarom ervan weet ik niet
de bloemblaadjes, ja
zelfs per tien zijn ze mooi
en per tienduizend of meer
in hun zakjes en dozen

IK

En ik is niet altijd ik, ik is vaak een andere hij of zij die beweert dat hij ik is. Die ik zegt dan ‘ik’ en lacht eens in zijn of haar of mijn vuistje, zegt nog eens ‘ik’ en ratelt voort in zijn of haar of mijn verhaal, en geeft er nog een draai aan.
‘Ik voel me goed,’ zegt die ik, en hij zegt dat hij ook iemand anders zou kunnen zijn maar verkiest ik en zet hem eens op zijn kop en laat hem een half uur door de moerassen dwalen, of over de huizen vliegen, of water uit de Oosterschelde scheppen. Hij zegt dat ik alles kan, alles kan doen, alles kan denken, alles kan zeggen.
‘Alles wat ik wil,’ zegt hij. Of zij. Of ik. Of een dode. Of een nog niet geborene.
Hij loopt eens tot aan de grote Linde en vraagt zich af of die voldoende te drinken heeft.
‘Het is immers heet, en het wordt nog heter,’ zeg ik, zegt hij. ‘Ik kan hem in mijn rugzak steken en hem naar een betere plaats verhuizen,’ zeg ik, zegt zij. ‘En die hortensia’s staan in volle zon, wacht, ik zal die in mijn binnenzak steken en in de schaduw planten,’ zeg ik, zeg ik.
‘Maar eerst een kop koffie,’ zeg ik. ‘En dan zal ik met mijn matras over de huizen vliegen en kijken wie er wakker is, het is een goed uur, waarom slaapt de wereld zo lang?’ vraag ik, hij, zij.

Voor JWL, voor MB/MP, voor DV.