FINALE RESULTATEN


Gegeven: de bibliotheken van Jorge Luis Borges en van Peter-Paul Rauwerda (De negen kamers). De labyrintische bibliotheken.

De bibliotheken daveren op hun grondvesten (welke grondvesten?), er vallen veel boeken uit de kasten (zijn het wel kasten?), er springt een varken (hetzelfde van vorige week) op de begane grond (maar zelfs de begane grond is in deze labyrinten niet zeker, alles tussen de haakjes trouwens volledig terzijde) en het varken kijkt boos om zich heen.
Er is niemand.
Toch roept het:

‘Al die kennis! Al die boeken! Al die wijsheid!
Is het dat, wat de mensen ermee doen?
Bommen gooien? Kogels afvuren? Oorlog voeren? Macht najagen?
Waarom werden al die boeken dan geschreven? Die miljoenen? Wat heeft Meneer De Mens met die slimmigheid gedaan? Hoeveel is hij ermee vooruit geboerd? Wat heeft hij eruit geleerd? De wetenschap, ja. De technologie, ja. De geneeskunde, ja. De wiskunde, ja. De bruggen van de ingenieurs, de bouwvakkers! De snelheden, de uitvindingen, de techniekers!
Maar al de rest?
Geld, macht, oorlog!
Waar zit Meneer De Mens met zijn immense verstand?’

Het varken veegt zijn woedetranen weg, snuit zijn grote neus en springt op een van de vele hopen boeken die uit het labyrint gevallen zijn.
Het doorbladert een boek, nog een, nog een, gooit al de boeken neer, veegt zijn woedetranen weer weg, snuit zijn grote neus nog eens. Het varken blijft op een van de hopen zitten, denkend, de elleboog op de knie, zijn dikke kop rustend op een poot, nog altijd fronsend, denkend, ja, denkend en zich afvragend waarom, maar hij vindt het antwoord niet.

MAAR DE PAARSE ZIJN OOK MOOI

En soms vullen ze je hart met warmte.
(Eric met zijn uitzonderlijke en tegelijkertijd uitzonderlijk lieve zin voor humor.)
(Leen die vertelt over het oude hondje en de stukgebeten leuning van de oude sofa – een vraag om aandacht, zegt ze.)
(Kim die glundert bij de echt wel grappige vragen, de goede vondsten – haar lach!)
(Bart die zegt ‘Ik zal dat wel doen’ en dan dit of dat (de kookplaat!) op vaardige, technische, logische, geduldige wijze afhandelt.)
Of er dan vlinders of ganse vlinderstruiken (ik hou vooral van de witte!) met hun bezoekers al dan niet in mijn binnenste tekeergaan, laat ik in het midden.
Warmte, dus.
(En al het andere jaag ik weg, wil ik wegjagen, moet weggejaagd worden.)

HET KON OOK EEN ZINGENDE KERSTBOOM ZIJN

Een stapel slimme boeken links en een andere stapel rechts. Ik kies voor de niet-slimme en haal er een Simenon uit. Ik lees over een politieman en zijn vrouw, over een sigaar, over een kuststad en een lijk. Om een me onbekende reden stop ik met lezen en schud ik eens met het boek. Er valt een varken uit.
Het varken zegt dat de mensen dom zijn. De oever- en bodemloze discussies van de politiek, zegt het. Het Wilde Westen in het Oosten, zegt het. Duizenden bommen, duizenden granaten, duizenden kogels, zegt het.
‘Ze zijn echt dom,’ herhaalt het.
Het varken zwijgt, blijft nog even aan mijn voeten zitten en verdwijnt terug in het boek. Ik lees voort: Er hangt mist over de kuststad, er hangt mist over het grijze water, de boten blijven in de haven en de schippers zitten in een dampige kroeg.

(de titel is van de pot gerukt, dat weet ik. De zingende kerstboom zat in de oorspronkelijk langere tekst die ik in mijn hoofd had, maar om een of andere reden was ik die draad kwijt en ik heb geen poging gedaan om die terug te vinden. Dan maar gewoon een verwijzing in de titel.)

OF ZEVENTIEN

Ze zei dat ze best wist dat een plus een twee is, en drie plus vier zeven, maar dat een plus een ook vijf kan zijn, en drie plus vier dertien.

Ik antwoordde dat ik vond dat ze de laatste tijd weer wat zweefde, vroeg of ze zich goed voelde in die hogere sferen en dat ze zo veel mogelijk moest oefenen om met de voeten op de grond te blijven.

‘Ha, ha, ik wandel liefst ondersteboven en dan wil ik graag op iedere huisdeur een vogel en een bloem tekenen, en de bomen vol vlinders hangen. Alle deuren en àlle bomen,’ zei ze.

‘Dat lukt niet, dat weet je,’ antwoordde ik.

‘Met veel plezier,’ zei ze.

Ik zuchtte.

‘Ik weet het,’ lachte ze. ‘Een plus een is twee en zo voort, en ik ken nog steeds het alfabet, moeiteloos en zelfs  achterstevoren, en de vermenigvuldigingstafel van elf is mijn favoriet, elf, tweeëntwintig, drieëndertig, vierenveertig, die tafel van elf is een coole, zei ze, en die van negen en twaalf vind ik ook tof, maar nu wil ik met mijn potloden en mijn verf, en bloemen en vogels en vlinders, en nu ben ik weg,’ zei ze.

Haar stapschoenen stonden in de woonkamer, lekker warm, en haar beste sokken lagen klaar.

(De titels zijn hier altijd van de auteur. ‘Of negenendertig’ zou bij deze ook mogelijk geweest zijn. Of, heel eenvoudig, ‘De tafel van elf’.)

TWEEHONDERD RODE TOLLEN, BIJVOORBEELD.

Jaja die vier containers staan hier maar te staan, zuchtte hij.
Ze mogen en kunnen nu niet naar Rusland, zei hij.
Speelgoed voor rijkere Russische kinderen, zei hij.
Tja, het was geen grote bestelling, zei hij.
De meeste mensen ginder kunnen dat niet betalen, fronste hij.
Vier containers, ze staan hier, herhaalde hij.
Maar voor ons is dat echt geen ramp, zei hij.

MEREL EN MUS – DE WOLK EN DE ROTS. BOEKVOORSTELLING, SIGNEERSESSIE, EXPO.

ZATERDAG 5 MAART:
BOEKVOORSTELLING IN LONDERZEEL, BIBLIOTHEEK 11u-13u
(Molenstraat 5, 1840 Londerzeel)
SIGNEERSESSIE IN LONDERZEEL, STANDAARDBOEKHANDEL, 14u30-15u30
(Molenstraat 1, 1840 Londerzeel)

Zowel Peter-Paul Rauwerda (illustraties) als Eliane De Bleser (tekst) zijn aanwezig!
Van harte welkom!
EXPO MEREL EN MUS: IN BIB LONDERZEEL NOG TOT 19 MAART ’22.