MARCO BORSATO

Wie zeg je? Marco Borsato? Nee, die ken ik niet, is hij een Italiaan? Nee? Ja? Wat is het nu? Moet ik hem kennen? Waarom? Een zanger? Ja? Nee, ik ken hem echt niet maar ik ken geen operazangers hoor. Wat zeg je? Geen opera? Tja, dan ken ik hem ook niet. Ja, natuurlijk weet ik dat zeker. Wat bedoel je met gat in mijn cultuur? Omdat ik hem niet ken? Ja, dat zal dan wel. In welke taal zingt hij? O, in het Nederlands? Nee, echt niet, nee, ook niet de Borsatoradio, is dat erg? Ha ja, dat gat in mijn cultuur, tja, dat heb ik bij vele gelegenheden. Vlaamse quizprogramma’s, bijvoorbeeld. Mijn algemene kennis van Vlaams televisieland schiet tekort maar je zei het al, ik heb een gat in mijn cultuur, daar is niks aan te doen. Mag ik een spade lenen? Hoezo, waarom? Om dat gat op te vullen, natuurlijk. Ik zal wat aarde en meststoffen vermengen met een stuk of wat Borsatoliedjes en met Vlaamse televisiesterren, goed? Hoezo, je weet het niet? Ik zal het gat goed aanstampen hoor, zodat Borsato en zijn vrienden lekker dicht tegen elkaar kunnen liggen of staan of zitten en zodat ze dan gezellig samen kunnen zingen en een muziekje spelen, oké? Ze mogen helemaal zelf kiezen in welke taal en met welk instrument.

pablo picasso the old guitarist 1903
Pablo Picasso, The Old Guitarist, 1903.

THUIS

Hij speelt en zingt zijn liedje.
Hij buigt en speelt een bisnummer, en nog een.
Dan haast hij zich weg.
Hij wil geen handtekeningen.
Hij wil geen ontmoetingen.
Hij doet het toch, voor tien minuten.
Dan haast hij zich weg.

Thuis.
Er staat een vaas met bloemen op de tafel.
Hij opent de overgordijnen en laat het licht van de nacht binnen.
Hij neemt iets te drinken.
Hij kijkt naar de bloemen, hij kijkt naar dat licht.
Aan de overkant is nog iemand wakker. Hij ziet de beweging.
Hij sluit de overgordijnen.
Hij gaat slapen.

DE VERKOPERS

Ze zeggen hun encyclopedieën zijn de funderingen van onze maatschappij, met hun vele woorden en foto’s.
Ze zeggen alle kennis staat er in, en alle grote namen, en alle symbolen en symbolieken.
Ze zeggen ze beschrijven zelfs de liefde, en het verdriet, en de energie van de jeugd, en de wijsheid van de ouden.
Ze zeggen ook, dat de woorden en zinnen in hun encyclopedieën geduldig zijn, en kunnen wachten.

De verkopers.
Ze vergelijken hun cijfers. De ene zegt dat hij de beste is, dat hij tien stuks.
Nee, nee, zegt de andere, ik heb er vijftien.
De nieuwe komt binnen en zegt, hij heeft er twintig.
Nog een andere verkoper zegt dat hij liever stofzuigers verkocht, dat hij dan in andere gezinnen, in al de gezinnen, echt hoor, zegt hij.
Of koffiemolens.
Of tapijten.
Of bestekkoffers.
Dat ligt me beter, zegt hij, herhaalt hij. Dat ligt me beter dan al die woorden en zinnen en foto’s over kennis.
Geef mij maar het stof, en de koffie, zegt hij.

De resterende verkopers zeggen, herhalen dat hun encyclopedieën de funderingen zijn, van onze maatschappij. Dat zij alle kennis bevatten, en alle namen en symbolen en wijsheid.
Er staat een foto van een oude man op bladzijde 10.836.
Iedereen bewondert de foto. Het is waar, van al die kennis en wijsheid. Je kunt er een lamp mee uitvinden, zegt een verkoper. En een auto, en een atoombom.

Zoek eens, zegt de ene verkoper, waar staat het woord ‘oorlog’?
Bij de ‘o’, onnozelaar, zegt de andere verkoper.
Ja maar, wat staat er als uitleg? vraagt de ene.
De andere zoekt.
De andere zoekt.
De andere zoekt. Ik heb het gevonden, zegt hij. Oei, zegt hij, veel uitleg, oei. Hij begint hardop te lezen. Een uur, twee uur, een dag, twee dagen, het woord ‘oorlog’ blijft maar duren, het staat verspreid over ettelijke bladzijden, hoe veel?
Na vier dagen hardop lezen zegt de ene dat hij maar eens voortgaat, hij wil nog wat encyclopedieën verkopen, vrouw en kind en brood en melk en de huishuur, tenslotte.
De andere klapt het dikke boek dicht. Ik ook, zegt hij, ik moet de planten en ik moet ook huur en ik moet ook een hond en zelfs een kat maar die is redelijk zelfstandig.

(nav http://biblioklept.org/2014/09/10/on-acquiring-and-encyclopedia-jorge-luis-borges/)

ZEG MAAR ‘HUP, HUP’

“Hup hup.”
“Wat, hup hup?”
“Over de hoofden.”
“Over de hoofden?”
“Yep.”
“Waarom?”
“Een mensenmassa. Ik wil passeren. Hup hup dus.”
“Waar ben je?”
“Eurodisney.”
“Druk daar?”
“Ja. Hup, hup. Maar eerst wil ik een suikerspin.”
“Een roze?”
“Nee-ee. Een witte. Een grote. Dàg.”
sspin
afbeelding: ergens van het internet geplukt.