Dit is een oefening.
Vertaal:
‘De trein raast voorbij.’
Vertaal:
‘De trein raast eeuwig voorbij.’
En:
‘De trein raast onophoudelijk voorbij.’
Rust even.
Vertaal nu, heel eenvoudig:
‘De trein.’
Heb je de achtertuinen gezien? En de mensen die aan de spoorwegovergangen staan te wachten? Te voet, naast hun fiets of in hun auto? Of op hun moto of scooter?
Heb je de weiden gezien?
De koeien, de paarden? De bomen en hagen?
De elektriciteitspalen? De hekken, de straten?
De fietser die de trein probeerde in te halen?
De huizen, de veranda’s? Het begin van de stad, de drukte? De flatgebouwen, de graffiti? De trams, de autobussen?
Morgen opnieuw?
De vertaaloefening?
Het beeld van de trein?
(afb.: Saul Leiter, Train)
Link: Graffiti op wikipedia