Maand: september 2019
HET KAN VERKEREN
Ik kon het niet meer verdragen, stond op en riep luid ‘GENOEG! GENOEG!’.
Muisstil.
2019
Drieëndertigduizend televisieschermen, opeengestapeld tot een enorme muur.
Duizenden mensen op het plein voor de televisiemuur. Ze staan stil en hun blikken glijden over de vele verschillende, continu bewegende maar geluidloze schermen.
Een blind kind loopt door de mensenmassa. Het herhaalt: “Wat gebeurt er? Wat doen jullie? Ziet iemand mij? Wat gebeurt er? Wat doen jullie? Ziet iemand mij?”
Niemand reageert.
Het kind vindt zijn weg naar de rand van de massa. Het blijft staan en leunt tegen een van de grote huizengevels. Het concentreert zich en luistert, blijft luisteren naar wat de mensenmassa bezighoudt.
‘ZIT!’, IN MAX. TWEE BEVELEN
NUMMER TACHTIG
Reflectie van reflectie van reflectie van reflectie van
de zon, de zee, de lucht, de zon, de zee, de lucht.
Een bloemenveld, het waait, naar oost, naar west,
naar oost, naar west, naar oost, naar west
en dan, het spelen van de wind, een tekening
van lucht in bloemen en in velden, weer een
spelen van de wind en dan
reflectie van reflectie van reflectie van reflectie van de
zonnen, manen, zonnen, manen, zonnen, sterren en
reflectie van reflectie van de dagen en de nachten en
de dagen en de nachten en dan, erg duidelijk,
een maan, een zon, een sterrenfirmament.
Reflectie van reflectie en een spel met bladeren in
bomen door de wind, van links naar rechts
van rechts naar links en aargh
het spelen van de wind en nog en nog, een zucht
van lucht en dan weer spelen en reflectie van het
licht en van de wind, een bloemenveld, de zonnen en
de manen, nog een zucht, een zon, het spel weer,
weer, en telkens, telkens van de wind en van het licht.
ZELFS DE GARNALEN
‘De oceanen zijn leeg,’ zei hij.
‘Wat bazel je nu?’ vroegen zij.
‘Dat er niets meer in onze oceanen zit,’ zei hij.
‘Je bent niet goed snik, we kochten net nog garnalen en kabeljauw,’ zegden zij.
‘Toch zijn ze leeg,’ hield hij vol.
‘Jij weet van niks,’ zegden zij.
Hij zuchtte en zweeg. Hij slikte en keek naar de grond.
‘O jawel. En erger nog, ze zijn dood,’ fluisterde hij.
(een oud geschenk dat vanochtend door mijn hoofd zoemde en bleef zoemen. ik moest even denken en zoeken maar dat duurde niet lang. bedankt, M)