HET IS HETZELFDE WATER

Weet je nog?
7 uur ’s ochtends, Le Sud, we zwommen en we hadden het water, het strand, het licht en de wereld voor ons alleen. De onmetelijkheid! Van het bestaan! Van de wereld! Hoe het water, de warmte, het licht en de lucht ons droegen!

Nu, jaren later, draagt en herbergt het water hun lichamen. Ze vochten en vechten, werden en worden gekocht, moesten en moeten grote sommen betalen, wisten of weten niet wat hen te wachten stond of staat en legden of leggen hun levens en kinderen in de handen van kwaadwillige dragers. Ze werden, worden gepropt en geslagen. Ze verdronken, verdrinken, ze stierven en sterven.

Het is hetzelfde water.

Onze zee is diezelfde zee, de golven zijn de golven en het licht het licht. Het water, de stranden, de zon en de wereld, zij zijn wat ze waren en zijn.
Hetzelfde toen, hetzelfde de laatste jaren en nu. Het is hetzelfde water.

DRIE VISSEN

Wat rest is:
Twee vierkante kilometer oceaan.
Een vierkante kilometer land.
Drie vissen.
Zeven garnalen.
Een kreeft.
Een hond.
Twee koeien.
Drie dromedarissen.
Zes vliegen.
Een paard.
Een schaap.

In een vorig leven van de aarde was het nog een veelvoud van alles, plus de mens. Tien miljoen, Tien miljard, vijftien miljard, tot de aarde explodeerde en implodeerde tegelijkertijd.

“Het is niet waar, dat het water vuil is,” zeiden sommigen.
“Het is niet waar, dat het graan zeldzaam wordt,” zeiden sommigen.
“Het is niet waar, dat de lucht vervuild is,” zeiden sommigen.

Die sommigen en al de anderen zijn dood.
Explosie, implosie, hun lijven in duizenden stukken gereten.
Dag water, dag granen, dag lucht.