IJVERIG (ZOALS IN ‘NOEST’)

Hij graaft en graaft en graaft en graaft en graaft, graaft en graaft nog dieper, en graaft en graaft

(‘Ai, weer een betonlaag, verdorie, en wat zal het straks weeral zijn?’)

En hij neemt zijn drilboor en drilt en drilt, drilt, drilt en drilt en graaft, graaft, graaft en graaft

(‘Ik word er gek van,’ zegt hij. ‘Ik vind het einde niet, ik moet en ik zal, ik wil dat echt vinden, liefst dit jaar nog, drives me mad maar ik moet en ik moet.’)

En graaft en graaft en drilt en drilt

(‘Ai, een rotslaag, verdorie, weer een, ik moet erdoor, weer eens.’)

En doet voort, eeuwig.

 

VERSTANDIG, JA

En de liefde?
Wat bedoel je?
Ja, hoe gaat het met de liefde?
Geen idee. En met die van jou?
Tja, goed, denk ik.
Denk je.
Ja, dat denk ik.
Hou eens vast?
Wat?
Dit. Zodat ik het kan lijmen.
Oké, zo goed? Mijn lief is lief. Ik hou van haar.
Vasthouden, zei ik.
Ja, dat doe ik. Ik hou haar goed vast.
Nee, dit. Jij moet het blokje fixeren want ik moet het lijmen.
Oei. Sorry. Maar haar hou ik ook goed vast, zodat ze niet weg kan.
Is dat verstandig, denk je? En hou je hand nu toch eens stil.
Wat bedoel je?
Je verschuift het blokje altijd!
Ik bedoel, wat bedoel je met de vraag of dat verstandig is?
Tja, dat vasthouden van jouw lief, dat bedoel ik.
Ja, dat moet toch? En ze heeft het graag. Dat ik haar dicht bij mij hou.
Nu nog.
Ja, nu nog. Ik laat het zo lang mogelijk duren.
Vasthouden!
Jaja, ik hou vast.
Nee, domoor. Het houtblokje.
Ha ja, oei.

LANGWERPIG

Vrienden?

Wat bedoel je?

Zijn wij vrienden, jij en ik?

Heum, ja, waarschijnlijk? Waarom vraag je dat?

Niks, zo maar. Wat doe je?

Lijmen.

Lijmen?

Ja, lijmen.

Wat lijmen?

Een knutselwerkje.

O. Oké. Maar wij zijn vrienden?

Heum, ja, dat zei ik toch?

Voor hoelang?

Ja zeg, dat weet ik toch niet?

Eeuwig? Oneindig?

We zullen wel zien.

Ben je nog altijd aan het lijmen?

Ja, dat zie je toch?

Misschien is het langwerpig?

Nee, rond. Rond en hoog. Zie je niet wat ik maak?

Nee, ik bedoel dat onze vriendschap langwerpig is.

Vriendschap, langwerpig? Ik zou het niet weten. Ik denk daar nooit over na. Ik knutsel, zie je.

Tja, ik dacht maar.

Oké. Ssst, want dit deel is moeilijk.

Dit deel van onze vriendschap? Of van het lijmen?

Van het lijmen natuurlijk.

O. Oké dan. Ja, langwerpig. Ik denk dat ze langwerpig is.

Nee, rond. Ssst nu, ik moet dit echt lijmen.

VERNIETIG, OF ANDERS

Ze zeggen dat ze haar spullen moet vernietigen en dat ze niet meer mag tekenen.
‘Nee,’ zegt ze. ‘Onmogelijk.’
‘Toch wel,’ dreunen ze, ‘en vanaf vandaag doet u zoals alle anderen. U kijkt enkel nog naar de schermen. Geen tekeningen meer, geen boeken.’
‘Nee,’ herhaalt ze. ‘Onmogelijk.’
‘Mevrouw, de regels zijn veranderd. U heeft geen keuze. Onze schermen, altijd en overal.’
‘Ik denk het niet,’ zegt ze.
‘U moet,’ zeggen ze.
‘Ik moet helemaal niks,’ houdt ze vol.
Maar ze overmeesteren en boeien haar en ze wordt, onder luid applaus van alle anderen, in een zwarte bestelwagen weggevoerd.

(nee, zo wordt het niet, want ze ontsnapt en zal blijven tekenen.)

BROODNODIG

Ja, ja, zeggen ze, het zijn de groeipijnen van de Belgische wijnen maar zo gaat dat.

Ja, ja en dan zijn daar de vele andere bedrijven en de meeste dreunen dat ze winst, winst, winst moeten maken en ze zweren bij nuluurcontracten of bij nog veel minder, maar over de veiligheid en over de mensen wordt eeuwig gezwegen.
Ondertussen? Daar zijn dan de mannen, de vrouwen, de velen die huishuren moeten betalen en zij willen daarbovenop toch ook warmte, en eten, en vakanties, en een telefoon en een tablet of drie, vier, vijf, acht, tien, achtendertig, voor ieder gezinslid.

Dus. (sic)
Dus. (sic)

De arbeiders, de bedienden, de iederenen en allemalen, zij vertrekken iedere ochtend of middag of avond om

bouten en bouten in te draaien
deuren en deuren en muren en muren te verven
vuilniszakken en vuilniszakken in de grote vrachtwagens te dumpen
kleine lettertjes en kleine lettertjes uit de formulieren te pluizen
cijfers en cijfers in kolommen te gieten
die later dan weer te ontrafelen
postzegels te kleven en stémpels te zetten
marketingstrategieën te bepalen
daar eerst een uur en nog een uur en nog een uur en nog vele andere uren over te vergaderen
over kleuren te beslissen
quota en superquota vast te leggen
alle andere mogelijke doelstellingen op papier te zetten
kassa’s te bedienen
en betaalterminals en betaalterminals
en om het geld te tellen, of de tussentotalen, of de winsten of de verliezen, of de centen per uur, per minuut, per seconde
en alles blijft eindeloos, eindeloos duren want we hebben het nodig, nodig, broodnodig.

(Nieuwsbrief dd. 27/10/2018 van De Tijd Weekend:

Beste lezer,

Alleen in De Tijd geeft tv-kok Jeroen Meus dit weekend tekst en uitleg bij het faillissement van Würst, de hotdogketen die hij oprichtte. Het is een welgemeende mea culpa: ‘Ik ben op de grenzen van het ondernemerschap gebotst.’

Beleeft de economie een herfstdipje, of is er meer aan de hand? De bedrijfsleiders die wij erover aanspraken, zijn duidelijk: zij zetten zich schrap voor een economische storm. Op de beurs wordt het volgens onze experten dan weer stilaan koopjestijd.

Belgische wijn kan troost bieden in tijden van economische somberte. De kwaliteit ervan wordt steeds beter, maar de rendabiliteit, dat is een ander paar mouwen. Proef onze doorlichting van de Belgische topdomeinen.

We wensen u een prettig weekend.

etc.)

OVER EEN DONZIGE EIK

En hij riep de Engelen aan en ze verschenen en brachten mee:
Vijf zwanen en hun gezinnen (lol)
Dertien paardenbloemenpluizen uit Berlijn
Twee witte merries
Drie zachtaardige honden
Een volledig mosterdplantenveld
Tien mooie liedjesteksten
Dons, dons, dons
Zes dromen
Vijf elfen
Een donzige eik
Een ontelbaar aantal ijverige mieren
Evenveel duizendpoten
Tien stralende dagen, om te beginnen
Tien stralende boeken, en de rest van de bibliotheek van Borges stond op de planning.
Acht gitaarsolo’s
Twintig veelkleurige zoetwatervissen, een plezier voor het oog
Een volledig geheugen muziek, als achtergrond.

En hij wist niet waar eerst te kijken en zei dat zijn lichaam en hoofd zich zouden moeten splitsen om alles te kunnen betasten en bekijken, maar hij vond het fijn en zou dat met veel plezier doen, zei hij, en hij begon met het dons, dons, dons.

GEVOELIG

Nee, langzaam. Heel langzaam. En let op, want het is gevoelig. Ja, dat is beter. Oei, nee, opletten. Wacht even. Herbegin. Goed zo. Ja, dat is veel beter. Nu de volgende stap. Nee, wacht een paar seconden. Rust. Adem in, adem uit, adem in. Neem de naald. Extra voorzichtig. Ja, laat ze wat opwarmen. Rustig. Denk aan het dons. Juist, ja, o zo zacht. Hm. Oei. Nee. Ik zou toch nog wat wachten. Tel tot vier. Ssst, stil, twee, drie, vier. Nee, herbegin. En het is beter als je fluistert. Heel zacht. Twee, drie, vier. En heel langzaam. Ja, goed, nu zal het lukken. Wacht, opletten. Ja dat is goed. Ja, zie je? Perfect. Gevoelig. Zo. Langzaam. Ja, langzaam. En heel zacht.

LAMLENDIG

‘Ik verveel me,’ zegt hij.
Hij geeuwt.
Neemt een boek vast.
Legt het weer weg.
Geeuwt.
‘Ik verveel me,’ zegt hij.
Neemt een blad papier en een potlood.
Schrijft een woord.
Legt het potlood weg.
Speelt met het papier.
Vouwt een vliegtuig.
‘Zou het vliegen?’ vraagt hij hardop.
Geeuwt.
Legt het vliegtuig neer.
Geeuwt.
‘Aaargh, de verveling,’ zegt hij.
Neemt het vliegtuig weer op.
Neemt het potlood.
Schrijft iets op een van de zijkanten van het vliegtuig. We kunnen niet lezen wat.
Hij geeuwt.
Hij probeert het vliegtuig te laten vliegen, maar het valt met de neus steil naar beneden.
Hij geeuwt.
‘Nee, echt niet, ik raap het niet op,’ zegt hij.
‘Goh, ik verveel me,’ zegt hij.
Geeuwt.
Neemt een blad papier en een potlood.
Schrijft iets.
Speelt met het papier.