VOORBIJ

Doe mij maar Spanje, zei de ene.
Ja, voor mij ook, Andalusië, zei de andere.
Neenee, vond de eerste, ik ga terug naar de Costa Brava.
Ik veel liever de Provence, zei een andere.
En wij gaan al jaren naar Malta.
Nee, liever de Cote d’Azur en af en toe eens een goeie citytrip, vond nog iemand anders.

En mijn BMW, zei de eerste.
Nee, mijn Audi A6.
Nee, mijn Golf Cabrio.
En ik kocht de grootste Lexus.
Heeft er dan niemand van jullie een Tesla? Want Ik heb een Tesla.

Doe mijn nog maar een Duvel.
En ik een gin-tonic.
Nee, ik blijf bij mijn chardonnay.
Liever een simpele koffie nu.
En ik snak naar een goeie Palm.

Aan het terras passeerden een jonge vrouw en twee kinderen van een jaar of vijf, zes. Zij zeulde met een grote reistas en de kinderen hadden ieder een rugzakje. De kleinste zei iets. De vrouw aarzelde, schudde nee en liep door. De kinderen volgden en keken nog even om.

DIEP

Of moet ik een ‘workshop boomklimmen’ volgen? Of ‘bosbaden’, of ?
Ondertussen sta ik hier te wachten op onze Max. Hij verdween in de donkerte van de veel te vroege ochtend, trok zich niks aan van de regen en concentreert zich waarschijnlijk op een konijn, op een muis of een rat, op de poes of op een verloren gewaande tennisbal.
De bomen van het kleine bos tekenen zich scherp af tegen de donkerblauwe hemel. Hun bladerdek dunt uit. Geen maan, de maan die zo vaak door de bomen schijnt en me dan iedere keer weer aan Poe doet denken.
Max en ik zijn alleen. De rest van de wereld slaapt nog, de mensen zijn ver weg in hun dromen over ik weet niet wat. Over een Porsche, misschien, of heel gewoon over een goede maaltijd met vrienden.
Ja, alleen met de stilte van de regen en van de bomen. Nog even. Ik zuig de ochtendlucht diep in, adem haar langzaam en lang terug uit, adem haar weer diep in, dieper nog, en weer uit, zo traag als ik kan, en opnieuw, en opnieuw.

HIERACHTER ETC

Nee, geen Poolse wetteksten he zeg!
Liever (zet je maar schrap want de lijst is lang):
De Koen met zijn lekke banden (Het is lang geleden dat we hem zagen, hij rijdt niet meer, hij durft niet meer?), Maria met haar tonnen tomaten, Anja met haar vogeltjes, de andere Anja en haar vele reizen, Nicki met haar verhalen over Jef, onze Max die neerploft, Maurice met zijn tientallen gevangen muizen en die soms wel, maar vaker niet komt als we hem roepen, Hugo met zijn (toch wel) mecaniekershanden, Jeaninne met haar eeuwige gezeur, Gerda met haar oude job die terug haar nieuwe job werd, Bart met zijn blinkende maar ook allesziende ogen, en dan heb ik het over de bloedsomloop en veel meer, Kim met haar handgeschreven structuren en haar vele grage zien, Leen met haar oerwoud en thuisboerderij maar ook met haar mensen.
En ook: dat wij, maar vooral zij (al die anderen die soms ons pad kruisen) ouder worden en vaak wijzer, maar niet altijd, soms roesten we/ze vast, maar soms blijven we/ze denken, trainen we/ze onze/hun grijze massa zodat onze/hun hersenen de levensnoodzakelijke verbindingen blijven leggen.
En vervolgens zoom ik (liever) terug in op de dingen van de mensen, die ene futuristische brug, die geluidloze auto, al die nieuwe dingen, en dan denk ik: de wetenschappers doen beter dan de beleidsmensen, de reclamemensen, de economie. Of, blik veranderend, een ander, smaller pad kiezend: Carine met haar kookkunsten, de andere Karin met haar vele bakken moed, ze zijn enorm, die bakken, ze lijken onuitputtelijk, maar toch moeten we duimen en haar moed proberen te versterken – zijn dat ook fundamenten?
En dan, de vlinderstruiken, die, paars zowel als wit, half oktober weer in bloei staan, en het mooie weer van de komende dagen, zal dat nog meer nieuw leven geven?
En al het gefriemel van ons, mensen, wij, velen, overal, zie ons, mieren, lopend, ijverig? Of enkel zoekend, naar wat? Naar eten?
Diepe zucht en dan adem, adem en
[Korte pauze]

METRONOOM



Dank je. Metronoom.
Metronoom? Huh?
Ja, zo voelt het, alles. Het is iedere dag hetzelfde. Identiek. Enkel de snelheid kan af en toe verschillen. Ik sta op, ga plassen, drink een glas water, laat de katten
Hoeveel heb je er nu?
Zes. Ze vangen muizen en kleine ratten. Honden heb ik niet meer, die kosten te veel, het eten hé, katten zijn goedkoper en zijn de ganse dag op stap, ze komen ’s avonds terug, uitgehongerd
Maar het is toch fijn dat ze altijd terugkomen?
Ja ik hou van die beesten maar zelfs dat is altijd hetzelfde en ik
En na de katten?
Hetzelfde, iedere dag, eten, opfrissen,
En het werk?
Idem. Idem. ABC. DEF. GHI. Enzovoort. En dan opnieuw.
Vertel.
Klassement. Ik doe iedere dag de ronde. Ik snij me aan de papierranden, kijk, hier, het heeft gisteren erg
Geen computerwerk?
O jawel. Hetzelfde. ABC. DEF. Ik ben altijd blij als ik aan de
Maar voor het overige alles oké?
Ja, ja, natuurlijk. Maar de X en de Y en de Z worden verwaarloosd.
Huh?
Klassement. Ik heb die niet veel nodig. XYZ. De Q ook niet. En de U heb ik ook niet vaak
Maar alles is oké?
Ja, monotoon.
Metronoom, zei je eerst.
Monotoon, metronoom, het is
Je rijmt!
Metronoom is beter. De snelheid, zie je. Tik, tik, tik of Tiktiktik, het is de ene dag tegen de
Maar de collega’s?
Ja, de collega’s.
Lukt het een beetje?
Ja. Metronoom, monot
Maar je hebt de katten.
Ja en het alfabet. Kat A, Kat B, Kat
Meen je dat?
Ja, in volgorde. Maar niet te snel met de collega’s. Tik. Tik. Ik moet voorzichtig zijn
Je ziet er wel goed uit.
Ja, goed, ja dat lukt wel. Rustig zijn, rustig doen. Tik. Tik. Tik.