Er is een boer. Er is een boerin. Zij melken de koeien.
Maand: juli 2015
KINDEREN
Er zijn kinderen.
BOSSEN
Het spel met de bossen.
BOMEN
Het spel met de bomen.
KIJKEN
Kijk dan toch! Het licht!
ELEONORE TYPT (3/3)
’s Avonds, thuis, is ze moe.
Ze zou nog dit moeten
Ze zou nog dat
Ze eet een boterham.
Ze kijkt uit het raam.
Ze ploft in de sofa.
Ze kijkt televisie.
Ze denkt aan het typwerk.
Ze valt in slaap.
De volgende ochtend moet Eleonore terug veel typen.
Ze typt een nieuw verslag.
Ze typt een brief.
Ze herbegint.
Er is geen koffie meer.
Haar baas komt langs.
“Ja, meneer. Nee, meneer.”
“Vetzak,” denkt ze.
Ze typt.
Ze typt.
Lunch.
Ze typt.
Ze typt.
Ze gaat naar huis.
Ze zou nog dit
Ze zou nog dat
Ze kijkt uit het raam.
Ze kijkt televisie.
Ze gaat naar bed.
Ze denkt aan het typwerk van de volgende dag.
Ze valt in slaap.
ELEONORE TYPT (2/3)
Eleonore is de secretaresse van de garagistenbond.
Ze typt een brief.
Ze typt nog een brief.
Ze typt het verslag van de laatste vergadering van het bestuur.
Ze stuurt het verslag naar haar baas.
Ze typt nog een brief.
Ze maakt een database van namen, bevoegdheden, adressen en telefoonnummers.
Ze houdt de agenda van haar baas bij.
Ze typt een uitnodiging.
Ze brengt wat wijzigingen aan in een ander verslag.
Ze typt.
Ze typt.
Ze print etiketten.
Het is pauze. Ze gaat even naar buiten.
Ze typt.
Ze typt.
Ze moet goed op de bedragen letten.
Ze typt.
Ze herberekent. Alles is juist.
Het is middag. Eleonore eet een boterham, drinkt een koffie, neemt haar mantel en maakt een korte wandeling.
Ze typt.
Ze telefoneert.
Ze telefoneert nog eens.
Ze klasseert de facturen.
Ze maakt de map voor haar baas klaar.
Ze neemt haar mantel.
Ze neemt de post mee naar buiten.
ELEONORE TYPT (1/3)
Eleonore leest het persbericht van de garagistenbond. Ze staart naar de foto die er bij hoort.
“Vetzak,” denkt ze.
Ze leest voort.
Ze kijkt nog eens naar de foto.
“Vetzak,” denkt ze weer.
Plots staat de man van de foto in levenden lijve in haar kantoortje. Hij zegt iets.
“Ja meneer, nee meneer,” zegt Eleonore.
Hij gaat terug naar buiten.
“Vetzak,” mompelt Eleonore.
Eleonore kijkt verschrikt naar de deuropening.
“Hij heeft dat toch niet gehoord?” vraagt ze zich af. Maar de man heeft ondertussen het gebouw al verlaten.
HAAST
Oei, ik moet me haasten, oei, ik ben al te laat, ik moet me nog meer haasten, dju ik ben gevallen, oeps ik moet weer opstaan, oei, nu moet ik me nog meer haasten, ik moet me echt heel erg haasten, ik ben al veel te laat, ja, nee, ik moet me haasten, oei nu val ik weer, oeps nu moet ik weer opstaan, verdorie ik moet me echt nog meer haasten want ik zal niet
ZIJ & HIJ
5 augustus.
Zij:
Ik wil niet dat je weggaat, ik wil dat je blijft, hier, bij mij, ik wil niet alleen zijn, ik hou van jou, blijf, ga niet weg, nééééé.
13 augustus.
Hij:
Het spijt me, ik ben zo blij dat ik terug ben, jij bent het licht van mijn leven, jij bent de reden waarom ik geboren ben, wij zijn voor elkaar gemaakt, dat kan niet anders.
18 augustus.
Zij:
Maar nee we doen dat samen, ik blijf écht niet alleen thuis, ik ga lekker mee, het zal fijn zijn, wij twee tussen al de anderen, ik kan dicht bij jou blijven.
26 augustus.
Hij:
Oei, ik ben jouw verjaardag vergeten, sorry liefje, ik koop nog snel een cadeautje voor je, wacht. Kom, we gaan samen uit eten, hier, alvast een bos bloemen, ze zijn mooi hé, de bloemen, ik weet dat je er van houdt, kom hier dat ik je een zoen geef, ik zal het nooit meer vergeten.
3 september.
Zij:
Doe niet zo stom, ik heb het wel gezien, dacht je dat ik blind was?
12 september.
Hij:
Trut. Ik had nooit moeten terugkomen. Er is niks veranderd.
Zij:
Eikel.
Hij:
Het is genoeg. Het is gedaan, basta, finito.