MAAR DE PAARSE ZIJN OOK MOOI

En soms vullen ze je hart met warmte.
(Eric met zijn uitzonderlijke en tegelijkertijd uitzonderlijk lieve zin voor humor.)
(Leen die vertelt over het oude hondje en de stukgebeten leuning van de oude sofa – een vraag om aandacht, zegt ze.)
(Kim die glundert bij de echt wel grappige vragen, de goede vondsten – haar lach!)
(Bart die zegt ‘Ik zal dat wel doen’ en dan dit of dat (de kookplaat!) op vaardige, technische, logische, geduldige wijze afhandelt.)
Of er dan vlinders of ganse vlinderstruiken (ik hou vooral van de witte!) met hun bezoekers al dan niet in mijn binnenste tekeergaan, laat ik in het midden.
Warmte, dus.
(En al het andere jaag ik weg, wil ik wegjagen, moet weggejaagd worden.)

OF ZEVENTIEN

Ze zei dat ze best wist dat een plus een twee is, en drie plus vier zeven, maar dat een plus een ook vijf kan zijn, en drie plus vier dertien.

Ik antwoordde dat ik vond dat ze de laatste tijd weer wat zweefde, vroeg of ze zich goed voelde in die hogere sferen en dat ze zo veel mogelijk moest oefenen om met de voeten op de grond te blijven.

‘Ha, ha, ik wandel liefst ondersteboven en dan wil ik graag op iedere huisdeur een vogel en een bloem tekenen, en de bomen vol vlinders hangen. Alle deuren en àlle bomen,’ zei ze.

‘Dat lukt niet, dat weet je,’ antwoordde ik.

‘Met veel plezier,’ zei ze.

Ik zuchtte.

‘Ik weet het,’ lachte ze. ‘Een plus een is twee en zo voort, en ik ken nog steeds het alfabet, moeiteloos en zelfs  achterstevoren, en de vermenigvuldigingstafel van elf is mijn favoriet, elf, tweeëntwintig, drieëndertig, vierenveertig, die tafel van elf is een coole, zei ze, en die van negen en twaalf vind ik ook tof, maar nu wil ik met mijn potloden en mijn verf, en bloemen en vogels en vlinders, en nu ben ik weg,’ zei ze.

Haar stapschoenen stonden in de woonkamer, lekker warm, en haar beste sokken lagen klaar.

(De titels zijn hier altijd van de auteur. ‘Of negenendertig’ zou bij deze ook mogelijk geweest zijn. Of, heel eenvoudig, ‘De tafel van elf’.)

DE VLINDERS VAN NABOKOV, MISSCHIEN

Ze borduurde alleen maar vlinders. Alle kleuren. Hoe bonter, hoe liever. Grote steken, kleine steken, iedere vrije vierkante centimeter opgevuld met vlinders. Spreien, dekens, kussens, handdoeken, truien, lopers, zelfs een collectie wandtapijten, een keer zelfs schoenen.
Een vriendin vroeg haar om, als achtergrond, enkele zonnebloemen te borduren, maar dat wou ze niet. Ze was koppig en bleef uitsluitend vlinders borduren.

Tot de directeur van een grote kleuterschool haar vroeg om een reuzegrote speelmat te versieren. Dat ding moest de ganse vloer van de grote turnzaal bedekken. Er moesten natuurlijk vlinders op staan, zo veel mogelijk. Maar de directeur wou ook borduursels van ballen en hoepels, van rackets, poppen, treintjes en legoblokken, van speelgoedauto’s en schommels. En van boeken.

Ze begon de nieuwe onderwerpen te bestuderen. Keerde rackets, speelgoedstations en legoblokken als het ware binnenstebuiten om alles goed in zich op te nemen. Bij de boeken bleef ze hangen; er was een mooi boek, over een wolk en een rots, dat ze uiteindelijk uit het hoofd leerde, niet alleen woord na woord maar ook prent na prent en kleur na kleur. Na een jaar studiewerk begon ze eindelijk aan de speelmat. Nog twee jaar later was die helemaal klaar.

Wat ze gehoopt had gebeurde; de kinderen waren blij met het borduurwerk, probeerden de vlinders te vangen en te strelen, namen een bal, een pop of een trein vast en speelden dat het een lieve lust was. Ze lieten zich ook opslorpen door de boeken en wentelden zich in die mooie prenten van de wolk en de rots en van alle  andere boeken. En als ze er even genoeg van hadden, dan keerden ze terug naar de vlinders, of naar de rackets, of naar de treintjes.

Ze was tevreden. Ze keek naar de speelmat en haar werk, naar de kinderen en hun plezier. Besliste dat, tijdens de mooie dagen, de speelmat buiten moest, en dat ze de betonnen speelplaats volledig moest bedekken.

Ondertussen heeft ze, voor een andere school, nog een tweede, veel grotere speelmat in de maak. Een derde staat op het programma. Daar zal ze ook horizonten, oceanen en zelfs zonnebloemen op borduren. Spreien, dekens, kussens doet ze niet meer. Af en toe nog een paar grote wandtapijten, en die voorziet ze uitsluitend van vlinders. Dat blijft.

NIEUWE LEIDRAAD TOT UW DOEL

nabokov

  1. GE KUNT HET MET MADELIEVEN.
  2. GE KUNT HET MET MADELIEVEN, ROZEN EN TULPEN.
  3. OF MET MADELIEVEN, ROZEN, TULPEN EN GOOI ER WAT MERELS EN MUSSEN TEGENAAN.
  4. GE MOOGT OOK WAT VLINDERS BIJVOEGEN.
  5. OF VLINDERS EN DOLFIJNEN.
  6. DOE MAAR.
  7. ZO BEREIKT GE UW DOEL.

(ill.: via ’t internet, Vladimir Nabokov, Brain Pickings)

 

TWINTIG VLINDERS, ZESTIEN PAARDEN

Volgens Jef kunnen alle vlinders tellen en rekenen. Een twee drie vier vijf zes enzovoort en twee maal twee en drie plus zes. Nikki vraagt hem of hij zeker is en Jef zegt dat het zo zeker is, als dat hij met die dieren een heel gesprek kan voeren en als de vlinders en de paarden tegelijk in de weide zijn, dat dat dan een heel concert is van vertellende paarden en rekenende vlinders.
Jef zucht.
Hij zegt dat het fijn is om te weten dat vlinders vraagstukken oplossen en dat paarden verhalen vertellen en dat ze die verhalen zelf verzinnen dus dat hun fantasie wel degelijk werkt en dat de paarden dat aan de wereld kunnen en willen laten horen zodat Jef en enkele anderen het misschien zullen voortvertellen.
“Dat is wat ik nu doe,” zegt hij. “Het voortvertellen.”
“Ja,” zegt Nikki.

vlinder nabokov

Bronnen van afbeelding:
http://flavorwire.com/171588/vladimir-nabokovs-drawings-of-butterflies
en
http://www.nabokovmuseum.org/drawings1.html

dd. 16/7/2013