TRiiNG, TRiiNG

Goedemiddag mevrouw, bent u de baas in huis? Nee? Maar u werkt toch veel in het huishouden, ja? En heeft u een minuutje? O, maar het duurt niet lang en ik heb een mooi voorstel voor u. Ons tijdschrift is een must, er staan veel tips in en recepten en zo en het is echt iets voor de moderne vrouw. Ik kan u ons tijdschrift nu aanbieden aan een superprijs, tien maanden betalen en twaalf krijgen en u ontvangt een set keukenhanddoeken helemaal gratis en ze zijn van een uitstekende kwaliteit. Mag ik dan uw geboortedatum en kunnen we uw gegevens even controleren? En mag ik weten uit hoe veel personen uw gezin bestaat en zijn er jonge kinderen in huis of oudere kinderen en werkt u of bent u fulltime thuis? Mag ik u dan vragen me uw betaalkaartnummer te geven, dan breng ik dat dadelijk in orde, dan heeft u volgende week al het eerste nummer van ons tijdschrift in uw brievenbus. De handdoeken worden over een maand opgestuurd maar zo lang kunt u vast wel wachten hé mevrouw, ha ha ha.

HIJ HOORT BIJ U

U weet dat onze auto de beste is.
U weet dat onze auto de mooiste is.
U weet dat onze auto de snelste is.
U weet dat u hem nodig heeft om u te tonen aan de anderen. Zodat zij kunnen zien wie u bent, en in welke auto u rijdt, en welke auto u zich kunt permitteren.
Wij poetsten hem voor u, en nog eens, en nog eens.
Hij blinkt!
Hij hoort bij u.
U weet dat hij de beste en de mooiste en de snelste is.
Hij doet u groeien. Dankzij de auto bent u plots twee meter groot en bent u de knapste man van de stad. Plots wordt u zelfs de meest viriele man van de stad. Iedere vrouw wilt u. Geen enkele vrouw kan haar ogen van u afwenden. Ze liggen aan uw voeten, ze liggen in uw bed. Ze zijn naakt en strelen uw brede torso en uw bolide. Uw bolide blinkt. U weet dat zij de beste is. De enige. Zij is u op het lijf geschreven. U moet.

francis bacon portrait of Isabel rawsthorne standing in a street in soho

Francis Bacon, ‘Portrait of Isabel Rawsthorne Standing in a Street in Soho’, 1967, oil on canvas, © The Estate of Francis Bacon – See more at: http://www.francis-bacon.com/blog/germany-to-showcase-francis-bacon-works/#sthash.6famqWrH.dpuf
(sic, sic en sic, zelfs wat de Isabel Rawsthorne van Bacon betreft)

DRIE VISSEN

Wat rest is:
Twee vierkante kilometer oceaan.
Een vierkante kilometer land.
Drie vissen.
Zeven garnalen.
Een kreeft.
Een hond.
Twee koeien.
Drie dromedarissen.
Zes vliegen.
Een paard.
Een schaap.

In een vorig leven van de aarde was het nog een veelvoud van alles, plus de mens. Tien miljoen, Tien miljard, vijftien miljard, tot de aarde explodeerde en implodeerde tegelijkertijd.

“Het is niet waar, dat het water vuil is,” zeiden sommigen.
“Het is niet waar, dat het graan zeldzaam wordt,” zeiden sommigen.
“Het is niet waar, dat de lucht vervuild is,” zeiden sommigen.

Die sommigen en al de anderen zijn dood.
Explosie, implosie, hun lijven in duizenden stukken gereten.
Dag water, dag granen, dag lucht.

VIJF MILJOEN

In bijlage onze offerte voor 5.000.000 (vijf miljoen) plastiek draagtassen. Wij beseffen dat deze hoeveelheid voor uw zaak veel te veel is, maar daar trekken wij ons niks van aan. We weten dat u draagtassen nodig heeft en dat u dus niet anders kan dan deze bestelling bij ons goed te keuren, en we willen u deze veel te grote hoeveelheid absoluut in uw nek draaien.
U mag, mits betaling van de huurgelden, gebruik maken van onze magazijnen om de 10.000 (tienduizend) kartonnen dozen, met telkens een inhoud van 500 (vijfhonderd) draagtassen, te stapelen. Wij leveren op afroep, mits voorafgaande betaling van de transportkosten. De huurgelden voor de opslag dienen telkens voor het eind van de maand voldaan te worden.
U dient, bij de bestelling van de draagtassen, onverwijld een voorschot van de helft van het factuurbedrag van de 5.000.000 draagtassen over te maken op onze rekening xxx. Bij niet tijdige betaling rekenen wij tien plus tien procent verwijlinteresten aan. U kan de bestelling niet annuleren.
U dient, eveneens onverwijld, het ontwerp en de kleuren van de draagtassen goed te keuren. Wijzigingen aan de layout kosten u xxx per vierkante centimeter en opmerkingen moeten binnen het uur aan ons bezorgd worden.
De kwaliteit van onze draagtassen is twijfelachtig, maar u krijgt geen garantie.
De kwaliteit van de inkt op onze draagtassen is eveneens twijfelachtig, maar ook daar krijgt u geen garantie op.
Dat uw gegevens over tien of twintig jaar veranderd zullen zijn, en dat uw overblijvende draagtassen dan onbruikbaar zullen geworden zijn, daar hebben wij lak aan.
Dat deze 5.000.000 draagtassen slecht zijn voor het milieu, daar trekken wij ons ook niets van aan. Dat is uw verantwoordelijkheid. U was, met uw verzoek om een offerte, immers vragende partij.

HANDEL

– Vijf, u moet er vijf bestellen mevrouw.
– Vijf? Maar vijf is te veel. Ik verkoop die niet zo goed hoor, drie lijkt me meer dan genoeg.
– Ja, maar om de volle korting te krijgen moet u er echt wel vijf bestellen, minstens, en omdat uw collega in x nu niet meer bestaat, lijkt het me zelfs absoluut noodzakelijk dat u er tien bestelt.
– Tien? Maar nee, dat is veel te veel, nee, dat doe ik niet.
– Toch hoor mevrouw, kijk, uw aankoopprijs wordt dan namelijk pas echt interessant, het zal u wel lukken om ze te verkopen, die collega is er immers niet meer, tien is echt makkelijk haalbaar, u zal wel zien.
– Maar nee zeg, ik bestel er geen tien!
– Ik zou zelfs durven zeggen vijftien, of twintig. Bij twintig krijgt u maar liefst twee procent extra korting! En de eerste tien moet u pas over zes maanden betalen. En als u er in augustus dan nog eens tien meer bestelt, dan krijgt u eind december een bijkomende creditnota van een volle procent op uw ganse omzet! Als dat geen gouden zaak is!
– Ik vond drie stuks anders wel voldoende. Of vijf, als dat moet. Geen twintig of dertig, die zou ik op de zolder moeten stapelen en ze zouden me alleen maar veel geld kosten.
– Maar mevrouw, u vergeet uw schitterende korting als u het toch doet! Kijk eens! Hier is de berekening, kijk naar het verschil! En u komt bovenaan de nationale verdelerlijst! En u mag een weekendje naar Praag!
– Praag?
– Praag, ja. En in augustus bestelt u de volgende tien en dan mag u naar Barcelona en dan krijgt u die mooie procent terugbetaald in december! Een betere beslissing kunt u niet nemen!
– Ik weet het niet hoor.
– Ik maak de bestelbon al klaar. Hier is een pen. U bestelt er nu twintig met gespreide levering en de eerste tien moet u pas over zes maanden betalen en in augustus bestelt u er tien bij, dat lijkt me echt een gouden zaak. U zult ze goed verdienen, neem dat maar van mij aan!

HAK, HIEL

– Schat, ik heb het stof afgenomen. Schat, ik heb gestofzuigd. Schat, ik heb gedweild. Schat, ik heb de was en de afwas. Schat, straks nog de droogkast. Schat, ik heb die ene broek gestreken. En ik heb de boodschappen. En ik heb het vuilnis. En ik heb de hond.
Schat, ik heb ook de soep en het stoofvlees. En ik was de vijver bijna vergeten. En het laatste stuk van de haag.
Schat, het is een goed huis. Jij woont hier toch ook graag? En in de winter, de kachel. Schat, ik heb het hout alvast. Maar ik moet de bijl nog. Maar het terras is proper, schat. En ik heb de buitentafel.
– Hou op. Ik moet dat niet weten. Waar zijn mijn pantoffels? En ben je bij de schoenmaker geweest?
– Nnee schat, dat ben ik vergeten. Zal ik morgen?
– Morgen? Daar ben ik niks mee. Ik wil die nieuwe hakken. En je zei ‘broek’. En mijn kleedje? Waarom heb je dat niet gestreken?
– Schat, ik ben het vergeten. De bel ging.
– De bel? Jij hebt geen zaken met de bel. Jij moest mijn schoenen en jij moest mijn kleedje, verdorie.

Terwijl ze het woord ‘verdorie’ nog eens luid herhaalt neemt ze het touw uit de bovenste lade en spant ze het met haar handen om het te rekken, om het klaar te maken.

Hak, hiel.
hak 1 zn. ‘deel van een schoen, hiel’
Mnl. hacke ‘hiel’ [1444-50, kopie eind 16e eeuw; MNHWS], eyn hack an den voit ‘een hiel aan de voet’ [1477; Teuth.]; nnl. de hakken van uw schoenen [1784-85; WNT].
Een vanuit het oosten in de standaardtaal verspreid woord. Kiliaan (1599) noemt hak ‘hiel’ Fries, Saksisch en Brabants. Standaardtalig is het pas vanaf de 18e eeuw, maar dan alleen als aanduiding voor een deel van een schoen, namelijk dat deel dat zich onder de hiel bevindt. Als aanduiding van het lichaamsdeel hiel is het ook tegenwoordig nog vooral in Noord- en Oost-Nederland verbreid.
Mnd. hakke ‘hiel’; mhd. hacka ‘hiel’ (nhd. Hacke ‘hiel, hak’, maar in het zuiden onbekend, dus wrsch. verspreid vanuit het Nederduits; het gewone Duitse woord is Ferse, zie → verzen); nfri. hakke; < pgm. *hak(k)-.
Verdere etymologie onduidelijk, maar misschien een variant met geminatie van de groep substraatwoorden die onder → haak worden besproken.
en meer op : http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/hak3

NORAH – VULGAIR

“Het was ongelooflijk vulgair.”
“Norah, je dient toch een klacht in hoop ik?”
“Klacht indienen? Maar nee.”
“Norah, je moet.”
“Nee, ik moet niet. Weet je wat er gebeurt, als ik klacht indien? Dan spannen die mannen samen. Dan verdedigt de ene de andere. Dan vlieg ik buiten. Ze gaven me dagcontracten. Maghalie ook. Omer kneep in haar billen, Maghalie reageerde fel en zei dat hij zijn poten moest thuishouden. Vandaag deed hij het weer en Maghalie ging naar de ploegbaas om haar beklag te doen. Twee uur later lag ze buiten. Op staande voet. ‘Maakt da ge weg bent en ge moet ni meer terugkommen.’ Plat. Zo simpel is dat met die dagcontracten. Ze heeft pas gebouwd, Maghalie. Ze huilde. Vulgair of niet, ik doe niks. Ik zwijg. Ik heb dat werk nodig. 2015, moderne tijden? Mijn gat.”

NORAH – NET

Norah ligt languit op de grond, op haar buik. Ze kijkt televisie.
“Norah, je mag dat niet doen, dat is niet goed voor jouw rug.”
“Mijn rug kan daar tegen.”
“Ja maar, Norah, als je oud wordt. Artrose en zo.”
“Ik krijg geen artrose. En oud worden doe ik ook niet.”
“Ja maar, Norah, natuurlijk word jij oud.”
“Nee moeder. Ik wil geen veertig jaar tussen de augurken of de kartonnen dozen werken.”
“Maar Norah, dat hoeft toch niet?”
“Nee moeder, dat hoeft inderdaad niet. Ik word dus niet oud, want ik wil geen eeuwigheid aan een lopende band staan. En daarom lig ik op mijn buik. Ik sta al genoeg. De hele dag.”
“Norah, oké, blijf liggen, maar wil je dan van de touwtjes van mijn vloerkleed afblijven?”
“Wat zeg je, moeder?”
“Norah, Ik heb net die touwtjes allemaal goedgelegd, en jij maakt er een warboel van. Ze lagen zo netjes! Allemaal mooi recht en evenwijdig!”
“Oeps, moeder. Sorry. Daar heb ik niet aan gedacht. Kijk, ik leg ze terug goed voor jou.”
“Dank je, Norah. Die touwtjes van het vloerkleed zijn belangrijk, zie je.”

LIKE A RAINBOW

Het is dat wit wit is terwijl het toch beter rood of groen zou zijn.
Het is dat wit wit moet zijn maar anderzijds? Oranje?
Het is dat zwart dat alleen maar op zwart lijkt, terwijl het in feite geel is of terwijl ikzelf zou willen dat het wit en groen en blauw en oker en gespikkeld en vanalles tegelijkertijd is.
Het is dat rood rood, en dat rood toch ook weer geen rood, omdat ik het anders zou willen, als (o la la) pistache bijvoorbeeld!
Een blauw met groen ijsje!
Een rode hond!
Een knalgeel dak van een huis!
Een spierwitte hemel met groene waas!

Het is dat wit wit is terwijl het wit moet blijven of geef maar grijs met groene strepen.
Het is dat ik geen wit wil, maar wit wil wit laten blijven en zwart doen worden, in tussenstappen van honderd schakeringen oranje.
Het is dat ik liever groen gespikkeld.
Of roze met een zweem van lichtblauw.
Of donkerpaars met een fluo rand.
Het is dat zwart zwart is en pikzwart moet blijven maar er mag een venster in met dertig rode randen en een alu-bodem.
En dat mijn wit mijn wit en geen zwart maar toch zwart is of dat ik het wil kunnen kiezen, langs de ingelijste gele exemplaren.

Baf. Knalrood.
Baf. Okergeel.
Baf. Ontploffende regenbogen.
Baf. Stijgende rivieren, naar een appelblauwzeegroene lucht, verspreid over oost naar west en noord en zuid zonder onderbreking.
Baf. Dezelfde rivieren in alle kleuren en ze beginnen met wijnrood langs wijnwit en worden dan bananengeel en dan weer –groen of vice-versa, bij het ochtendgloren.
Baf. Zwartwit, witzwart, grijs over grijze strepen, rood over rode vlakken, geel over niks wit met het grote zwart en dan terug wit, dat beter rood of groen, of wat.

NORAH – NETJES

Norah staart niet langer naar bokalen en augurken, maar naar kartonnen dozen en boeken. Ze moet inpakken. Dit boek in een doos, dat boek in een andere doos, drie boeken in een volgende. Norah moet de facturen erbij steken en ze moet kijken of alle gegevens kloppen.
“Pff, ik kan toch niet weten of een adres juist is?” zucht ze.
“Misschien vond ik de augurken leuker dan de boeken,” zegt ze.
“Die collega’s waren veel liever,” zegt ze. “Die waren altijd goedgezind en maakten grapjes. Die gooiden af en toe eens met een augurk. De mensen van de boeken gooien met niks want er is geen tijd om met boeken te gooien en daarbij, de boeken zouden stuk gaan en er zouden te veel klachten komen. Iedereen is dus erg braaf en werkt aan zijn lopende band. Soms vallen er zweetdruppels op de boeken of op de plastiek folie en dan moeten we de druppels afvegen want ons zweet mag niet in de dozen. Onze haren ook niet. We moeten zo van die vieze mutsjes dragen, net zoals bij de augurken. Bah. Ze lijken op haarnetjes en dan voel ik me tachtig. Ik hou niet van die haarnetjes.”