VAN DE EEUW

Hij vroeg of hij hem vrijdagavond al zou mogen komen terughalen

Ik zei dat ik dat niet wist ik wist ook niet hoeveel werk eraan zou zijn en we zullen wel zien zei ik

Ja maar zei hij ik moet hem echt vrijdagavond hebben want zaterdag kan ik niet komen echt niet het is het WK zei hij

WK welk WK vroeg ik

Hij keek me verbouwereerd aan en zei het WK wielrennen natuurlijk

Oei waar is dat misschien vroeg ik

In Leuven zei hij en keek me nog verbouwereerderder aan

Oei herhaalde ik daar weet ik niks van maar ik vind het natuurlijk tof dat dat hier bij ons is en ja ik kan er inkomen dat u daar zo naar uitkijkt en dat u dat van dichtbij wilt meemaken

Ja ik wil dat niet missen het is het Evenement van de Eeuw zei hij zal hij dan vrijdagavond klaar zijn?

DE VLINDERS VAN NABOKOV, MISSCHIEN

Ze borduurde alleen maar vlinders. Alle kleuren. Hoe bonter, hoe liever. Grote steken, kleine steken, iedere vrije vierkante centimeter opgevuld met vlinders. Spreien, dekens, kussens, handdoeken, truien, lopers, zelfs een collectie wandtapijten, een keer zelfs schoenen.
Een vriendin vroeg haar om, als achtergrond, enkele zonnebloemen te borduren, maar dat wou ze niet. Ze was koppig en bleef uitsluitend vlinders borduren.

Tot de directeur van een grote kleuterschool haar vroeg om een reuzegrote speelmat te versieren. Dat ding moest de ganse vloer van de grote turnzaal bedekken. Er moesten natuurlijk vlinders op staan, zo veel mogelijk. Maar de directeur wou ook borduursels van ballen en hoepels, van rackets, poppen, treintjes en legoblokken, van speelgoedauto’s en schommels. En van boeken.

Ze begon de nieuwe onderwerpen te bestuderen. Keerde rackets, speelgoedstations en legoblokken als het ware binnenstebuiten om alles goed in zich op te nemen. Bij de boeken bleef ze hangen; er was een mooi boek, over een wolk en een rots, dat ze uiteindelijk uit het hoofd leerde, niet alleen woord na woord maar ook prent na prent en kleur na kleur. Na een jaar studiewerk begon ze eindelijk aan de speelmat. Nog twee jaar later was die helemaal klaar.

Wat ze gehoopt had gebeurde; de kinderen waren blij met het borduurwerk, probeerden de vlinders te vangen en te strelen, namen een bal, een pop of een trein vast en speelden dat het een lieve lust was. Ze lieten zich ook opslorpen door de boeken en wentelden zich in die mooie prenten van de wolk en de rots en van alle  andere boeken. En als ze er even genoeg van hadden, dan keerden ze terug naar de vlinders, of naar de rackets, of naar de treintjes.

Ze was tevreden. Ze keek naar de speelmat en haar werk, naar de kinderen en hun plezier. Besliste dat, tijdens de mooie dagen, de speelmat buiten moest, en dat ze de betonnen speelplaats volledig moest bedekken.

Ondertussen heeft ze, voor een andere school, nog een tweede, veel grotere speelmat in de maak. Een derde staat op het programma. Daar zal ze ook horizonten, oceanen en zelfs zonnebloemen op borduren. Spreien, dekens, kussens doet ze niet meer. Af en toe nog een paar grote wandtapijten, en die voorziet ze uitsluitend van vlinders. Dat blijft.

BUITEN

Sinds vorige week slaapt hij in de oude schuur, op een luchtmatras. Een echt bed vond hij nog niet.
Een tafel en een stoel heeft hij.
Een buitendouche en -toilet ook.
De was wil zij nog doen en soms eten ze samen – hij kookt.
Zij blijft alleen, in het vernieuwde huis.

Hun dochter vroeg: ‘Is dit oké?’
Hij antwoordde: ‘Ja. Ja. Ja. Het moet.’
‘Ik vind het niet oké,’ zei ze.
‘Ja. Ja. Ja. Het moet,’ herhaalde hij.