VROUWEN VISSEN

1882 Birch Trees in the Autumn oil on cardboard 39 x 31 cm Private Collection
Edvard Munch, 1882 Birch Trees in the Autumn oil on cardboard 39 x 31 cm Private Collection
Via Google maar ook via PoulWebb.

Ze ging naar buiten. Jan liep haar achterna.
Wat doe je? Waarom blijf je niet bij ons?
Omdat ik buiten wil zijn.
Waarom?
Voor de lucht. Voor het uitzicht.
Ja maar, het was net zo gezellig.
Ik wil buiten zijn. Kijk eens naar de bomen.
Bomen? Wat is er met de bomen?
Ze zijn mooi.
Het zijn gewoon maar bomen hoor.
Ja, en ze zijn mooi. Ik ga maar ’s wandelen. Ik wil de toer van de vijver nog eens doen.
Maar het is koud en straks is het donker!
Ja, en dan?
Ik ga niet mee.
Ik heb jou toch niks gevraagd?
Nee. Ik zeg het maar. Ik ga niet mee.
Pf. Ik wandel alleen. Ik dacht zo, misschien moet ik een keer per week gaan vissen, ook alleen.
Vissen? Jij? Vissen is niks voor vrouwen.
Wie zegt dat?
Iedereen. Mannen vissen, vrouwen niet.
Ah bon. En waarom vissen vrouwen niet?
Daarom niet. Die kunnen niet vissen. Die blijven thuis. Die zijn bang van wormen en van glibberige vissen. Die kunnen niet tegen de regen en tegen de wind.
Ik wel.
Blijf toch maar gewoon thuis.
Niks van.
Je bent een rare.
Een rare? Waarom? Omdat ik wil vissen?
Ja. En omdat je het gezelschap van de bomen verkiest.
Tja. Ik begin maar eens aan die wandeling.
Je meent het.
Yep. Dag.

JEF OVER DE EMANCIPATIE VAN DE VROUW

“en ze zeggen dat de vrouwen geëmancipeerd zijn, maar gisteren zag ik een show met uitsluitend vrouwen, dertig of zo, allemaal halfnaakt, en in die show danste geen enkele man. Emancipatie? Mijn voeten.”
“Jef, sinds wanneer trek jij je de emancipatie van de vrouw aan?”
“Niet. Het viel gewoon op. Het is een opmerking, Nikki. Een van de vele. Maar ik heb liever niet dat alle vrouwen zich emanciperen hoor, want dan worden die shows minder mooi.”

OOIT EEN VROUW

“Nee, ik heb niemand. Ik had ooit een vrouw maar plots was ze weg, ze was niet van mij, niemand is van iemand.”
We zwegen.
Pulkte Jef in zijn neus? Ik deed alsof ik het niet gezien had.
Hij neuriede een of andere melodie en benadrukte het ritme met zijn handen.
“Hoe komt het dat je een vinger mankeert, Jef?”
Jef rechtte de vingers van zijn linkerhand.
“Een dom ongeluk,” zei hij. “Ik was aan het werk op een afgelegen boerderij. Geen dokter, geen telefoon. Ik brulde van de pijn. “
Weer een stilte.
“Tja, vrouwen,” zei Jef.
Een groep scholieren fietste vrolijk voorbij. De zon nestelde zich in de fleurige rokjes van de jonge studentes. Jef stopte zijn pijp.
“Ze was niet van mij, ze waren niet van mij, ze zijn niet van mij, ze zijn te vluchtig. Zelfs als ze in mijn woonkamer of tuin zitten, zelfs als ze het bed met me delen, ze zijn niet van mij en ze zullen dat nooit zijn.”

fietsen
Afbeelding via www.denmark.dk/en/

DE ONDERWERPING VAN DE VROUW

“De professor zei dat er een boek bestaat met als titel ‘De Onderwerping van de Vrouw’, ik vind dat nogal straf, dat zo’n boeken bestaan en gelezen worden, mijn vrouw was helemaal niet onderworpen, integendeel, ze was zelfs zo niet-onderworpen dat ze me zonder boe of ba heeft laten stikken. Ik zou graag weten hoe het bij haar nieuwe man is afgelopen, zouden ze nog altijd samen zijn? Is ze daar ook niet-onderworpen? Of wel? Ik vraag het me soms af, of ik haar had moeten onderwerpen, ik bedoel, misschien had ik haar streng aan mijn regels moeten binden, maar dan had ik eerst regels moeten uitvinden, strenge regels zeg maar, en dan had ik haar die misschien klaar en duidelijk en met mijn vuist op de tafel duidelijk moeten maken? Had ik zo’n man moeten zijn, dan?”
(Zegt Jef)

(Los van de tekst; de muziekkeuze van vandaag liet ik zonder enige twijfel over aan het  toeval van de jukebox aka iTunes, met dank aan EC, MB, aan de bibliotheek van Londerzeel en aan mezelf)