Hun agenda’s met veel rood zijn passé.
Nu zitten ze daar.
Zij: met een breiwerk, met een lappendeken, met een kruiswoordpuzzel.
Hij: met het voetbal.
Er is te weinig voetbal op tv, vindt hij.
Hij gooit met de afstandsbediening. Twee minuten later zegt hij dat het hem spijt. De volgende dag gooit hij terug met de afstandsbediening, zegt twee minuten later dat het hem spijt, neemt een duurder kabelabonnement, kan vanaf dan de klok rond voetbal kijken, juichen, boos zijn op een speler, boos zijn op een trainer, juichen, geeuwen, matchen een tweede keer bekijken, ’s ochtends en overdag en zelfs ’s nachts.
Zij bereidt nog altijd de maaltijden.
Hij heeft honger, hij heeft geen honger, hij wil een glas wijn bij het eten, hij wil een glas cognac na het eten, en in de namiddag, en ’s avonds, twee.
De batterijen van de afstandsbediening zijn plat, er zijn geen batterijen meer in huis, hij gooit met de afstandsbediening, hij zegt dat het hem spijt, zij zegt dat het haar spijt, misschien hebben de buren?
En op haar pantoffels klimt ze naar de hogere verdieping en belt ze aan bij de jongere buren.
Maria, Maria, wat doe je toch? vragen ze, het is al zo laat!
Maar ik moet batterijen, zegt Maria, hebben jullie?
En de bovenburen gaan mee naar beneden en steken de nieuwe batterijen.
Hij kijkt weer naar het voetbal en glimlacht en bedankt.
Zij vraagt of de jonge bovenburen ook een cognac?
Maar zij zeggen nee, dank je Maria, en dat het fijn is dat hij nu terug televisie en ja, voetbal is belangrijk, de mensen, zie je, en ze nemen afscheid want het is al laat en Maria neemt haar breiwerk en tikt tikt of zou ze kruiswoorden? maar gaat dan toch slapen. En hij juicht want een doelpunt en waar is de fles weer? Maria?
Afb.: Still uit een van de Dekalogen van Kieslowski.