(Soms / Stilaan / Af en toe komt de adem terug)
– Dat, dat, dat, dat en dat heb ik nog niet gelezen.
– Artsen zonder grenzen.
– Brussel. London.
– Huh?
– Die man drinkt te veel.
(Zeg maar dat drieëndertig tuinkabouters de boel bewaken en dat ze vanochtend heel vroeg aan de alarmbel trokken; een grote vrachtwagen blokkeerde de poort, zegden ze, maar het duurde maar een minuut of twee en behalve de drieëndertig tuinkabouters die van elkaars alarm-lawaai opschrokken, heeft niemand iets gemerkt.
Zeg maar dat evenveel witte borderbloemen hun plaats nog niet vonden.
Zeg maar dat alles, alles altijd sterker is dan niets.
Zeg maar dat zomers en lentes en zonnen en manen wel degelijk de overhand houden, hoe zou het anders kunnen?
Zeg maar dat de nieuwe Jasmijn en de witte en rode rozen, dat zij in volle bloei staan.
See you!)