OP EEN KIER

Wat doet u hier?

Dag mevrouw.

Meneer, wat doet u hier?

Beste mevrouw, de deur stond op een kier.

En u kunt niet lezen? Er staat toch ‘Geen toegang’?

Ja, maar ik zag een glimp van uw werk. Is dit uw tentoonstellingsruimte? Zijn al die werken van u? Wat doet u, wat maakt u?

Ziet u dat niet, meneer? Ik maak vierkanten en rechthoeken, driehoeken en parallellogrammen. Ik maak ook zeshoeken, achthoeken, ontbrekende zowel als oneindige hoeken en alle maten van cirkels – van het kleinste punt tot de grootste planeet.

Ja? Ach ja, nu zie ik het. Hoogst interessant. En de kleuren?

Meneer, u bent blind. Ik werk met zwart en daardoor ook met het licht. En met oranje en groen en blauw en en en. En met de kleuren van het gras en van het water en van de lucht en het heelal, maar ook van het beton en van het staal, in al zijn RAL-kleuren. En titanium en goud, natuurlijk. En en en. Dat ziet u toch? Of niet?

Heu ja. En?

Wat, en? Mensen, natuurlijk. En hun maaksels. De politiek, de economie. Maar ook hun telramen en hun castagnetten. Hun suikerklontjes en hun tandwielen. Hun driewielers en hun vuur. Hun uurwerken en hun duivenhokken. Ziet u het niet? Wat komt u hier doen? Op de deur staat nog altijd ‘Geen toegang’, meneer.

Excuus, mevrouw.

Geen toegang, meneer.

——————————————————————————————–

De ‘tentoonstellingsruimte’ werd me aangereikt door Heidi. Met dank.

TERUG NAAR HET PAD (TUSSEN HEMEL EN AARDE)

leon-spilliaert-landschap

De straat, geen maan, toch licht, wat verder weer donker, een auto, terug donker, twee auto’s, terug donker, een zijweg, een blinkende streep modder, het donkere gras, het silhouet van een paard, nog een paard, geen maan, het geritsel, is het een paard?
Het pad, nog modder, nog donker gras, nog steeds geen maan, donker, wat lichter, te smal, waar is het pad?
Terug licht, terug de straat, een auto, terug donker, twee auto’s, drie, tien, dan niks meer, terug donker, geen maan, terug naar het pad, waar is de maan, waar is het licht van de nacht?

(Afb. Leon Spilliaert, Landschap)

NIEUWE REEKS: TUSSEN HEMEL EN AARDE – DE VERTAALOEFENING

saul-leiter-train

Dit is een oefening.
Vertaal:
‘De trein raast voorbij.’
Vertaal:
‘De trein raast eeuwig voorbij.’
En:
‘De trein raast onophoudelijk voorbij.’
Rust even.
Vertaal nu, heel eenvoudig:
‘De trein.’

Heb je de achtertuinen gezien? En de mensen die aan de spoorwegovergangen staan te wachten? Te voet, naast hun fiets of in hun auto? Of op hun moto of scooter?
Heb je de weiden gezien?
De koeien, de paarden? De bomen en hagen?
De elektriciteitspalen? De hekken, de straten?
De fietser die de trein probeerde in te halen?
De huizen, de veranda’s? Het begin van de stad, de drukte? De flatgebouwen, de graffiti? De trams, de autobussen?
Morgen opnieuw?
De vertaaloefening?
Het beeld van de trein?

(afb.: Saul Leiter, Train)
Link: Graffiti op wikipedia