Hoeveel?
Twee. Twee valiezen.
En dat is alles?
Ja. Nee. Ook nog twee Carrefour-zakken, voor de foto’s en de aandenkens. Een paar stylo’s en een blocnote. Een oude snoepdoos waar niks meer in zat. En wat kapstokken.
Schoenen?
1 paar. Ze komt niet buiten. En als ze toch eens buitenkomt, dan kan dat op die stevige pantoffels. Maar goh, wanneer komt ze buiten?
Twee valiezen dus?
Ja. Ik weet niet of de broeken nog passen. Die oudste zijn misschien te groot. En ik heb twee truien weggegooid. Die waren nog van het jaar stillekes. En ze heeft te weinig sokken. Zondag, zondag zal ik er op de markt in Wemmel kopen.
Of in de Carrefour.
Ja, dat kan ik doen.
Twee dus?
Ja. Twee. Dat is alles. Een restant. Een leven, herleid tot
Ja, tot
Tot niet veel hé?
Nee. Niet veel. Zo goed als
Ja, zo goed als