JE LIJKT WEL EEN KIKKER

luc dewaele huis
(Foto van Luc Dewaele, via Manu)

De vader is overleden.
– ik ben de oudste, zegt de ene broer.
– en ik zag hem liever, zegt de andere,
– ja maar, hij mij!
– dat had je gedroomd!
– het huis moet zo rap mogelijk weg.
– niks van, we gaan dat op ons gemak leegmaken.
– de kast in de woonkamer is voor mij.
– ja ge moogt die hebben en de tafel is dan voor mij.
– nee die hoort bij de kast.
– we zullen wel zien.
– eerst de notaris. We nemen x.
– nee we nemen y.
– niks van.
– o jawel.
– je lijkt wel een kikker.
– en jij een dommerik. Die notaris van jou is ook zo’n dommerik.
– hou op. Het huis moet wel zo rap mogelijk weg hé.
– van mij niet.
– hoeveel denk je?
– dat kan me niet schelen. Je bent een geldwolf.
– ja maar hoeveel dénk je?
– je bent een geldwolf.
– ja seg, ik heb de centen nodig.
– de centen kunnen wachten.
– liever vandaag dan morgen.
– overmorgen is ook goed.
– ik bel naar de notaris.
– je moet wachten.
– nee nu.
– je moet wachten.
– nee nu, godverdomme.

(De zin ‘Je lijkt wel een kikker’ is niet van mij maar van Luc De Vos, uit de song ‘Hollywood’ van Gorki (toen nog Gorky). De tekst hierboven heeft natuurlijk helemaal niets met Gorki of met Luc De Vos of met de song ‘Hollywood’ te maken. Het horen van de zin was een mooi toeval en ik heb hem zonder twijfelen geleend om hem hier in deze tekst in te passen. Met dank aan Luc De Vos. Hij was van hetzelfde jaar als ik, een goed jaar zou ik zeggen.)