Sinds vorige week slaapt hij in de oude schuur, op een luchtmatras. Een echt bed vond hij nog niet.
Een tafel en een stoel heeft hij.
Een buitendouche en -toilet ook.
De was wil zij nog doen en soms eten ze samen – hij kookt.
Zij blijft alleen, in het vernieuwde huis.
Hun dochter vroeg: ‘Is dit oké?’
Hij antwoordde: ‘Ja. Ja. Ja. Het moet.’
‘Ik vind het niet oké,’ zei ze.
‘Ja. Ja. Ja. Het moet,’ herhaalde hij.