Zegt de ene tegen een andere Het is verschrikkelijk.
Antwoordt de andere En al die doden.
Zegt nog een andere En de continue dreiging.
En iemand anders mengt zich Poetin is zot.
Uit een hoek van de kamer roept iemand Het is niet enkel ginder.
Neenee zegt een volgende Het is overal.
Buiten maken mensen spandoeken. HET IS GENOEG schrijven en roepen ze.
Ze dreigen en eisen en zijn oprecht verdrietig en huilen en blijven herhalen HET IS GENOEG.
Op het eind van de dag gaan ze naar huis.
Ze sluiten de overgordijnen, laten de rolluiken naar beneden, zetten de verwarming toch maar een graad hoger en eten stoofvlees met frieten, met witloof en veldsla. Iemand is de mosterd vergeten, iemand anders de pickles. Ze rijden snel naar de supermarkt en brengen ook shampoo en een kratje abdijbier mee, dat staat in promotie.
Ja, zo is het.