(Zie Titel IV, Hoofdstuk VII, artikels 9-11, 11bis, 13-14, 14bis, 14ter van de Gecoördineerde Richtlijnen)
Art. 8-11, 11bis, 12-14, 14bis, 15-22, 22bis, 23-32. TITEL III. – DE MACHTEN. Art. 33-39, 39bis, 39ter, 40-41
Vanaf 1 juli moeten de HH. artsen, verplegers en verzorgers de verdoving van iedere reguliere patiënt met 15% verhogen. Ook die van de kinderen.
De HH. Artsen, verplegers en verzorgers worden bovendien verzocht om ons, per kerende, een lijst te bezorgen van individuen die gedurende de voorbije zes maanden niet op consultatie kwamen. De Hoge Raad zal deze individuen zelf benaderen en behandelen of, indien nodig, de verdoving onder dwang toedienen.
Geen enkel individu mag aan de verdoving ontsnappen.
Het toezicht wordt verhoogd.
Alle weerspannigheid dient ons binnen het uur gemeld te worden en de sancties vermeld in de bijlage zijn onmiddellijk van toepassing.
Hoogachtend,
De Hoge Raad van Toezicht op de Gezondheid en het Welbevinden van de Individuen van de Gewone Bevolking.