Wat doe je?
Ik rust.
Rusten?
Ja.
Dat kan toch niet! Die job moet af!
Nee, eerst mijn rust!
Hoe lang nog? Vijf minuten?
De ganse dag.
Ben je gek?
Nee. En morgen ook nog.
Morgen? Maar nee, dat moet af!
Ik rust.
Ik wil dat je voortdoet.
Nee, want het barst.
Barst, barst? Waar? Hoe?
Hier, mijn hoofd.
Doe niet zo onnozel. Dat kan niet.
O jawel, voel maar.
[voelt] Ik voel niks.
Rustig voelen! De barst begint hier, achteraan, en loopt zo over mijn kruin naar voren.
Toch voel ik niks.
Nee, je duwt. Je moet niet duwen maar voelen. Voelen!
Ik voel niks. Je moet voortdoen.
O nee, want het barst en ik rust.
[stampt met de voeten] Verdorie! Stop met die onzin! Doe voort!
[haalt de schouders op] Barst, jij. Ik rust.