Dag 7 deel 2.
De vrouw moet een kleurrijke werkoverall aantrekken, zegt haar arbeidscontract.
Bovendien: ze moet hem om de paar uur wassen, ze moet voor de uitstraling van de firma zorgen, ze moet dat lied blijven neuriën en ze moet naar de mannen lachen maar hen ook op afstand houden.
Ze moet.
Maar ze draagt een donkergrijze werkoverall.
Ze draagt ook zakken en dozen, boordevol afval, tegelijkertijd.
Ze doet een danspas of tien, twintig en ze glimlacht.
De mannen volgen haar; wie is zij? Een muze, een sirene, een gazelle?
[Onderaan wordt een afbeelding van een trotse pauw toegevoegd. Hij staart haar aan. Hij opent zijn staart, pocht nog meer met zijn pracht en schreeuwt. De vrouw ziet het beest en keert hem de rug toe.]