Ik heb vaak aan je gedacht, zei hij. Die dag van het licht, weet je nog, toen, aan de Oosterschelde? Iedereen zat binnen en ik zag jou op het gras aan de uitgang van de haven, je keek naar de zeilboten. De zon en de wind speelden hun spel met je haren, ik kwam tot bij jou gelopen, weet je dat nog? Ik was buiten adem.
5/9