Zij braken mijn hart in stukken, mijnheer.
twee, drie, vijf, zeven, elf.
Het is door hun toedoen dat de wereld niet meer is, mijnheer,
dan wat hij is.
dertien, zeventien, negentien.
Zij vinden dat het een wereld van vooral verkopen moet zijn, mijnheer, met kleurrijke slogans en prenten, mijnheer, die een betere wereld
drieëntwintig, negenentwintig.
beloven.
Zij vinden dat het nu beter is dan vroeger, mijnheer, beter dan al het groene
eenendertig, zevenendertig.
en dan het gewone licht mijnheer, of zij maken van bloemen, van oesters, van alles wat groeit, mijnheer,
eenenveertig, drieënveertig.
niet meer dan wat koopwaar in het hevigste neon en in kolkende slogans, mijnheer.
zevenenveertig, drieënvijftig.