Eleonore leest het persbericht van de garagistenbond. Ze staart naar de foto die er bij hoort.
“Vetzak,” denkt ze.
Ze leest voort.
Ze kijkt nog eens naar de foto.
“Vetzak,” denkt ze weer.
Plots staat de man van de foto in levenden lijve in haar kantoortje. Hij zegt iets.
“Ja meneer, nee meneer,” zegt Eleonore.
Hij gaat terug naar buiten.
“Vetzak,” mompelt Eleonore.
Eleonore kijkt verschrikt naar de deuropening.
“Hij heeft dat toch niet gehoord?” vraagt ze zich af. Maar de man heeft ondertussen het gebouw al verlaten.