5 augustus.
Zij:
Ik wil niet dat je weggaat, ik wil dat je blijft, hier, bij mij, ik wil niet alleen zijn, ik hou van jou, blijf, ga niet weg, nééééé.
13 augustus.
Hij:
Het spijt me, ik ben zo blij dat ik terug ben, jij bent het licht van mijn leven, jij bent de reden waarom ik geboren ben, wij zijn voor elkaar gemaakt, dat kan niet anders.
18 augustus.
Zij:
Maar nee we doen dat samen, ik blijf écht niet alleen thuis, ik ga lekker mee, het zal fijn zijn, wij twee tussen al de anderen, ik kan dicht bij jou blijven.
26 augustus.
Hij:
Oei, ik ben jouw verjaardag vergeten, sorry liefje, ik koop nog snel een cadeautje voor je, wacht. Kom, we gaan samen uit eten, hier, alvast een bos bloemen, ze zijn mooi hé, de bloemen, ik weet dat je er van houdt, kom hier dat ik je een zoen geef, ik zal het nooit meer vergeten.
3 september.
Zij:
Doe niet zo stom, ik heb het wel gezien, dacht je dat ik blind was?
12 september.
Hij:
Trut. Ik had nooit moeten terugkomen. Er is niks veranderd.
Zij:
Eikel.
Hij:
Het is genoeg. Het is gedaan, basta, finito.