VER

er ligt een waas op de ruiten en ze kan de lucht niet zien
ze moet naar buiten
naar het groener dan groene
en het blauwer dan blauwe
en de ijskristallen, ginds boven

ze wil dat ijs aanraken en het laten
vervliegen tussen haar handen
ze probeert het vast te houden
en pffffffffffff weg is het
naar hoger, naar blauwer dan het wit dat het was

ze vergeet de waas op de ruiten en keert
de blik naar binnen
zoekt groen, blauw, groener dan, blauwer dan
en de ijskristallen die versmelten met haar lichaam
tot ze ginds, ja, hoger en blauwer dan het wit dat het was

JOE

Ik hou
HOU
van mijn kalkoenen, zei hij, en van mijn ezels en
fazanten en van mijn kippen en hanen en van mijn
paard en de hond en de drie poezen.

En ik hoop
HOOP,
zei hij, dat ze deze crisis overleven en dat we ooit
OOIT
terug samen
SAMEN
in de wei kunnen zitten, tussen de duizenden
madelieven en klavers en paardenbloemen en dat we
de wolken weer zullen tellen en de eenden in de beek
of de overvliegende ganzen en eksters en kraaien en
een zeldzame buizerd of meer.

Ik hoop
HOOP,
zei hij, dat ze dan weer op het erf kunnen scharrelen
en dat we allemaal samen
SAMEN
terug leven
LEVEN,
leven
LEVEN,
zei hij, zoals indertijd.