– Goh, goed, dank je. Druk druk druk. Een stoelendans.
– Wat? Waarom?
– Omdat A verhuist naar bedrijf 1, B naar bedrijf 3, C naar bedrijf 2 en bedrijf 4 heeft D aangeworven. 5 betaalt E meer dan wat hij vroeger in 1 verdiende, 6 heeft voor F een betere ontslagvergoeding op papier gezet, G begint ook bij 1 en krijgt flink wat aandelen maar A is daarvan niet op de hoogte, bovendien wordt 1 binnenkort door een Chinees bedrijf overgenomen maar A noch G weten daar iets van. En niet onbelangrijk; een maand geleden heeft H haar ontslag bij 4 ingediend, zij mocht beginnen bij 7 maar de raad van bestuur van 7 is nu van gedacht veranderd en H zal op zoek moeten naar een ander bedrijf, in een nieuwe sector. Als je wilt weten wat er exact gebeurde kan je het aan D vragen, die is van alles op de hoogte, hij heeft er veel met haar over gepraat en hij kent alle details.
– Het lijkt me eerder een soep dan een stoelendans.
– Ha, maar zo ingewikkeld is het niet hoor. En het is de normaalste zaak van de wereld.
– Normaal?
– Ja, normaal.
– Betalen die jobs goed?
– Ja. Meestal erg goed. En over alle voorwaarden wordt vaak lang onderhandeld.
– Ik veronderstel dat ik niet in aanmerking kom?
– Nee. Je draagt de verkeerde kleding en je kent niet genoeg mensen.
– Hola. Moet dat dan?
– Yes.
– Tja. Ik kan mezelf wat oppoetsen en ik ken jou, jij kunt me helpen, dat zal wel volstaan zeker?
– Nee, want ik beslis niks. Ik adviseer.
– O. Je adviseert. En, doe je het graag? Moet jij jezelf dan alle dagen grondig oppoetsen? En ben je gelukkig?