En de maan, flinterdun, amper zichtbaar, moe van de nacht.
En drie, acht, zeven is een juiste volgorde, of zes, twee, elf.
En de zon komt op, de zon gaat onder, de zon komt op. Zelfs van achter haar wolkendek zegt ze ‘Komaan joh’ en geeft ze ons een tik op de rug, ‘De dag,’ zegt ze, ‘de dag!’
en de gitzwarte nacht
ja.
Het zwarte stond oorspronkelijk en duidelijk in de tekst. Vlak voor de zonsopgang. Er zat zelfs zwart in de zon, maar ik heb die paar woorden geschrapt.