‘Het is leeg.
Er is niks.
Het is leeg.
Er is niks.’
Marieke huppelt voorbij en hoort het en zegt
‘Huh, Niks?’
en
‘Huh, Leeg? Maar ik zie toch vanalles? Mensen en huizen en auto’s en honden en katten? Bomen, vijvers, rivieren, weiden, merels en mussen, vlinders? Blaadjes, bijen, vliegen, mieren, nerven? Hoezo dan, leeg en hoezo dan, niks?’