“Ik vraag me af of de oceanen kunnen winnen.”
“Huh, Jef?”
“Of de oceanen kunnen winnen, Nikki?”
“Wat bedoel je Jef? Ik begrijp er niks van.”
“Of zij sterk genoeg zijn om de vervuiling te overwinnen, Nikki. De viezigheid in het water. De olie, het plastiek, al het andere?”
“Ik weet het niet, Jef.”
“Ik ook niet, Nikki. Ik hoop dat de oceanen winnen.”