AGNES OBEL – DORIAN


Ik ben er mee opgegroeid en hij zit in mijn lijf, ik raak zijn toetsen aan als zijn zij mijn lichaamsdelen, ik streel hen, ik laat hen van mij zijn.
Niemand hoeft te zeggen dat het gestormd heeft en dat hij de vernieling is ingegaan of dat hij als gruis op de straat ligt; dat kan niet.
Niemand hoeft te zeggen dat hij gestolen werd en voor altijd onvindbaar is; dat kan niet.
Hij zit in mijn lijf, hij staat en hij ligt net onder de huid van mijn vingers, van mijn armen, van mijn hoofd, romp en benen. Hij is van mij, ik voel hem, ik speel hem.