AURORE – MISSCHIEN

Dat was ook zo’n stad. Regen. De auto ik weet niet waar. De ringweg, onder de regen. Waar was die parking ook weer?
Ik werd bijna ondersteboven gereden. Had de chauffeur het zebrapad niet gezien? Het lag toch te glanzen in de donkere regen?
Uit een café klonk muziek. The Beatles.
Ik was doorweekt wou wel een kop koffie of nee, liever warme chocolademelk.
Ik vroeg of er iemand wist waar de parking was, want ik had ze nog altijd niet teruggevonden en nee, ik wist niet waar, noch hoe klein of hoe groot, noch of er bomen of ja, toch wel, drie grote, vier? Maar waar? In welk deel van de stad? Ik wist het niet.
Een man zei: “Kom, juffrouw, we gaan op zoek, rijd met me mee,” maar ik aarzelde. Hij zag mijn aarzeling en haalde bijna onzichtbaar zijn schouders op.
“Ik begrijp het hoor, ik kan een slechterik zijn” zei hij.
Ik bedacht me en antwoordde snel dat ik het aanbod toch aannam. Hij en ik, we stapten in zijn auto, doorkruisten de donkere, glanzende stad, op zoek naar de parking met mijn auto.
Hij was nieuwsgierig en stelde me allerlei vragen over mijn leven en ik, ja, ik was in feite ook nieuwsgierig en stelde dezelfde vragen. We lachten er om.
Eindelijk vond hij de parking met de drie bomen en met mijn auto, we praatten nog wat, we namen afscheid. Hij gaf me zijn nummer, morgen zal ik, misschien? Zou ik? Wat denk je?