En ze zei dat ze ook dit jaar veel te veel tomaten en dat ze niet wist wat ze ermee moest, tientallen kilo’s en kilo’s.
En dat haar man nog steeds de planten en de bloemen, heel veel, ja, ja, de overvloed, de rijkdom.
En ook dat ze heel de tijd thuis waren gebleven.
‘Niemand, niemand, we waren streng, erg streng,’ zei ze.
Maar ze hebben een grote tuin en een grote serre, en de kleinkinderen mochten in het zwembad en dan bleven zij binnen en keken ze, keken ze, en hun hart smolt en telkens wat tranen, ha ja, iedere keer, natuurlijk, wat wil je, die grote afstand, te groot, het niet mogen, het niet durven. Maar toch ook een glimlach, en blijdschap, want de luxe, de overdaad, het mooie weer, de lachende gezichten, het geluk, zo ver, maar toch zo dichtbij, ja, ook, ik kon dat goed voelen, zei ze.