En de hond?
De hond twijfelt tussen miniMax en maxiMax en is zijn eigen vrolijke zelve, eeuwig goedgeluimd, lopend, spelend.
De hond twijfelt tussen miniMax en maxiMax en is zijn eigen vrolijke zelve, eeuwig goedgeluimd, lopend, spelend.
‘Apporte!’ roep ik en hij apporteert.
‘Zit!’ zeg ik en hij zit.
‘Af!’ zeg ik en hij duikt met zijn snuit in het gras, kijkt me afwachtend aan, wendt de blik af, kijkt me terug aan.
‘Kunnen we nu wat spelen?’ vraagt hij en ik zie zijn voorpoten ongeduldig bewegen.
Tien minuten later valt hij om. Baf. Uitgestrekt op zijn zij, diepste en rustigste adem, alsof morsdood, helemaal in dromenland, neuriënd, zuchtend. Af en toe ratelt zijn neus, snurkt hij?