Vanaf nu beluister ik enkel nog Beethoven en Wouter Dewit en gebruik ik hun klanken om de ratten van deze winter weg te jagen, zelfs de muizen en alles, alles, recht naar het donkerste veld
Of klamp ik me vast aan een grasspriet, een strohalm, een rietstengel en test ik hun veerkracht door met mijn volle gewicht en met de hulp van mijn adem de sombere dagen en nachten de oneindige ruimte in te jagen
En keer ik dan terug naar het zachte tapijt vol van rust in muziek, met haar noten en stille akkoorden van liefde, haar symfonieën en klanken, de schone, de schoonste en haar vele, vele verhalen, tot over de grenzen, tot over de dromen