‘De oceanen zijn leeg,’ zei hij.
‘Wat bazel je nu?’ vroegen zij.
‘Dat er niets meer in onze oceanen zit,’ zei hij.
‘Je bent niet goed snik, we kochten net nog garnalen en kabeljauw,’ zegden zij.
‘Toch zijn ze leeg,’ hield hij vol.
‘Jij weet van niks,’ zegden zij.
Hij zuchtte en zweeg. Hij slikte en keek naar de grond.
‘O jawel. En erger nog, ze zijn dood,’ fluisterde hij.
(een oud geschenk dat vanochtend door mijn hoofd zoemde en bleef zoemen. ik moest even denken en zoeken maar dat duurde niet lang. bedankt, M)