LEO

Leo kan niet praten, Leo kan niet horen.

Het regent.
Leo hoort de regen niet.
Hij ziet wel dat het licht verandert.
Leo voelt de regen.

Leo voelt ook de zon
en de sneeuw en de hagel,
en de wind en de storm.
Ook die hoort hij niet.

Leo is buiten.
Het waait.
Leo kijkt naar de bladeren van de bomen.
Hij ziet ze bewegen.

Hij staat nu bij een lage struik.
De wind speelt met de takken en de bladeren.
Leo houdt zijn hand in de struik.
Hij voelt het spel van de wind.

Hij ziet een mus.
Ze huppelt en vliegt: van tak naar tak.
Leo’s blik volgt de mus.

Dan ziet Leo de poes van de buren.
Ze zit op het muurtje.
De poes heeft de mus ook gezien.
De poes houdt de mus in de gaten.

De mus vliegt naar de nok van het dak van het volgende huis.
De poes kijkt haar na.
De poes staat op, kromt haar rug, steekt haar staart trots in de lucht en wandelt in de tuin.

Leo gaat naar binnen.
Hij zet de televisie aan.
Hij leest de woorden van een woordspel.
Daarna kijkt hij naar het dansen.
Als hij de klank van de televisie luid genoeg zet, dan voelt hij de trillingen van de klanken.
Leo danst.

Daarna gaat hij slapen.
Hij hoort het niet als hij zelf snurkt!

Leo hoort geen wekker.
Maar hij wordt meestal vanzelf wakker.
Hij is niet gehaast.

Het is al licht buiten.
Leo kijkt uit het raam.
Hij houdt van de velden in de verte.
Hij ontbijt en drinkt een kop koffie.

Hij maakt zich klaar en trekt zijn laarzen aan.
Hij wil door de velden lopen.
Door de velden en naar de rivier.

Leo houdt van de rivier.
Hij waadt over de stenen.
Het water spat tot in zijn laarzen!

Hij wandelt terug naar huis.
Zijn voeten zijn nat en hebben het koud.
Leo vindt dat niet erg.
Hij neemt een bad, midden in de dag.

Daarna bakt hij een ei.
Hij hoort het sissen van de boter niet.

Soms zingt Leo’s keel.
Leo beweegt dan de lippen.
Hij voelt de lichte trilling in zijn keel.

Hij ziet dat het licht verandert en kijkt naar buiten.
Het regent alweer.
Leo gaat naar buiten en vangt de druppels met zijn handen.
Leo houdt van de druppels.

Hij haalt een paraplu en maakt nog een korte wandeling door de straat.
Ria, het buurmeisje, komt net terug van school.
“Dag Leo,” zegt ze.
Hij hoort haar niet, maar hij kent haar glimlach.
Hij glimlacht zelf ook en legt een arm om haar schouders.
Ria loopt mee, onder de paraplu.

Leo begeleidt haar tot bij de voordeur van het huis waar ze woont.
Haar mama had hen reeds zien komen.
“Dag schat,” zegt ze tegen Ria
en “Dag Leo,” zegt ze tegen Leo.
Ze gebaart dat hij even moet wachten.

Ze verdwijnt in de keuken en komt terug met een kommetje soep.
“Hier, Leo. Voor jou.”
Leo is blij met de soep. Hij weet dat ze lekker zal smaken.
Hij glimlacht en gaat terug naar huis.

Thuis warmt hij de soep op.
Het is een grote portie.
Ze is bijzonder lekker.

Leo staat voor het raam en ziet de zonsondergang.
Hij kijkt op de klok en neemt een boek.
Hij leest met volle teugen.
Na een uur of twee kijkt hij nog even televisie.
Dan gaat hij slapen.


Vilhelm Hammershøi (1864-1916), Interior with a Young Man Reading

Afb : Vilhelm Hammershøi (1864-1916), Interior with a Young Man Reading

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.