Ja en alles gaat goed, ze houden van elkaar maar dan vindt hij dat zij dit of dat verkeerd doet of zegt (ze had geglimlacht naar de vriend van haar vriendin) en dan gooit hij haar tegen de muur. Lap. Neus gebroken, bril stuk, telefoon stuk.
Hij deed het niet met opzet, zegt hij.
Daarna beloftes dat hij het nooit meer zal doen en zij, zij gelooft hem.
Tegen de rest van de wereld zegt ze dat ze met haar fiets gevallen is.
En dan gaat alles weer goed en ze houden van elkaar maar de volgende week vindt hij dat ze niet meer mag badmintonnen. Ze moet bij hem blijven, zegt hij. Hij houdt zo veel van haar, zegt hij, en hij zou liever hebben dat ze zo veel mogelijk bij hem is.
Zij gelooft hem.
Ze is geen lid meer van de badmintonclub. Er is niks mis met thuisblijven, immers.
Zij houdt ook veel van hem en ze wil liefst bij hem zijn. Hij kust haar, zij kust hem.
Alles gaat goed en ze houden van elkaar, dat kan iedereen zien.
Ze zijn heel veel samen en ze gaat zelfs mee naar het voetbal.
Ze houden heel veel van elkaar, dat zegt iedereen, dat kan iedereen zien.