‘Maar je houdt nog van me?’ ze slikt een paar tranen weg.
Hij neemt haar in de armen, kust haar op het voorhoofd, fluistert dat hij een verrassing heeft.
‘O?’ vraagt ze.
Hij loopt naar de kast.
‘Hier, voor jou,’ zegt hij.
Ze glundert.
‘Maar, maar,’ en ondertussen frutselt ze gehaast de sierlijke verpakking van het kleine pakje open.
‘O, O!’ zegt ze.
‘Vind je het mooi?’ vraagt hij.
Een paar kilometer verder houdt Anita een wortel en een ui vast. Ze kijkt rond, fronst, baant zich een weg tussen de brokstukken maar ziet nergens een mes. Ze verstopt de wortel en de ui achter wat rest van het aanrecht, loopt zoekend naar buiten, nee, nee, ze heeft geen mes, geen kom, geen stroom, geen water, geen keuken meer.