‘Dat was op het randje hé.’
‘Ja, ik weet het. Maar het zal niet meer gebeuren.’
‘Je begaf je op een glibberig pad.’
‘Ik zal het nooit meer doen. En ik heb me op tijd bedacht. Ik heb alles teruggelegd.’
‘Ja, maar we hebben je bijna op heterdaad betrapt.’
‘Net niet. Er is niks gebeurd. De spullen liggen terug in de rekken.’
‘Ja, omdat je ons gezien hebt.’
‘Nee, omdat ik ze wou terugleggen. Ik kreeg spijt. Berouw net voor de zonde, hahaha.’
‘Toch. Glibberig. Je gleed net niet over de rand.’
‘Net niet is voldoende, niet?’
‘Tja.’
‘Net niet is voldoende.’
Eén gedachte over “OF BIJ DE KRUIDENIER”