[Hij heeft gezegd dat hij het zou doen, maar het weegt te veel. Hij probeert nog eens. Nee, het is te zwaar. Hij zegt Misschien moet ik me op mijn spieren focussen en hij doet een nieuwe poging. Het lukt niet. Hij zucht. Ligt het aan zijn verkoudheid? Of aan de muggenbeet op zijn wijsvinger? Hij weet het echt niet. Hij wil, maar het weegt, het weegt veel te veel. Misschien moet hij eerst wat bewegen. Hij loopt naar de refter en drinkt een slok water. Hij loopt naar de traphal, kijkt uit het raam, ziet de stad en haar vele bewegingen. Het is druk, drukker dan anders. Hij haalt diep adem en keert terug naar zijn werktafel. Kijkt naar de printer. Neemt het blad vast. Leest. Ja, te veel en te zwaar. Hij leest nog eens. Slikt. Loopt terug naar de traphal.]