Dag 4.
Al het andere is flinterdun geworden; een digitale laag.
[Ik betast je gezicht en voel de koelte van het scherm]
Paardenbloemenpluizen zijn onvindbaar; we kunnen ze niet meer wegblazen, hun stengels laten geen vlekken meer na – wie weet dat nog?
Stapt de enkeling, met zijn laarzen, klieft hij door de modder en komt hij in een oase van groen, blauw en licht.
Hij trekt zijn laarzen en sokken uit, rolt zijn pantalon tot boven zijn knieën, stroopt zijn mouwen op en vlijt zich languit in het gras.