Iedereen zoekt en roept, iedereen loopt het huis van Jef in en uit, ze kijken in zijn slaapkamer, ze kijken op de zolder, ze kijken bij de paarden maar zelfs daar is hij niet. Op den duur bellen de buren de politie. Ze moeten een dag of wat wachten en dan zal er een zoekactie opgestart worden. Ondertussen blijven de buren roepen en zoeken, niet veel later zoekt heel de gemeente, de zoekactie komt in de krant en Jefs foto op de televisie. Hij blijft onvindbaar.
Jef is niet ver. In de straat is er een leegstaand huis en van in de tuin ervan kan Jef de paarden zien, van in de woonkamer kan hij het heen en weer lopen van de buren, van de politiemensen en van de journalisten zien.
“Dit is beter,” denkt Jef.
Hij klopt zijn pijp uit en neemt zijn tabak.