Aan iedereen die dit leest, maar ook aan alle anderen; fijne eindejaarsfeesten.
Ik hoop dat 2014 een mooi jaar zal zijn. Ik hoop dat fabrieken en multinationals een planeet-vriendelijk beleid zullen voeren, ik hoop dat wetenschappers een oplossing vinden voor de opwarming van de aarde en voor de vervuiling van de oceanen. Ik hoop dat er geen oorlogen en vluchtelingen meer zullen zijn. Ik hoop dat er redding komt voor onderdrukte kinderen, vrouwen en mannen, overal ter wereld. Ik hoop dat iedereen die op macht en bezit geilt, of er aan verslaafd is, anders leert denken, anders leert zijn.
.Vroeger deed ik dat; de trap nemen met twee treden tegelijkertijd. Sneller kon niet.
.Hier zitten geen woorden in de lucht, alleen maar in de boeken en in het papier.
.Ergens: een piano. Hij klinkt modern, hij klinkt niet modern, hij klinkt modern.
.Er werd een gitaar geveild. Hoeveel zei u?
.Ik ken de grenzen niet. Zijn er grenzen? Is er een België, een Frankrijk, een Nepal?
.Vlees op de vensterbank. Naakt vlees, wit vlees, rood vlees.
.Het is een marge. Een rode verticale lijn. 3 cm links, de rest rechts.
.Auto’s? Auto’s. Over zeven jaar komt er een nieuwe tramlijn. Ondertussen: meer en meer scooters, ook als het regent.
.Nog geen sneeuw. Volgende week?
.Calimero. Calimero was Italiaans! “Want zij zijn groot,” zei hij. Wist Calimero van de epidemieën van de fabrieken?
.Ergens: een trage piano. Hij versnelt. Regendruppels op dezelfde vensterbank in Kathmandu, Nepal.
.Duizend witte rozen, ergens een bruiloft, elders een geboorte, het is een meisje, het is een jongen.
.Het verkeer! De autobus naar Brussel! De chauffeur!
.De ligfiets.
.De bàkfiets.
.Hup hup getokkel zonder tekst, de melodie volgt de woorden, overal ballonnen, sommige hebben de vorm van een tekenfilmfiguur, een Flintstone, een herhaling, iets anders, een hoe heet hij ook weer? Een Bernie? Een Ernie?
.Weer een herhaling!
.Witte borderbloemen; laat ze blijven. Wied het onkruid, zeg tegen de fabriek dat ze dertig centimeter over moet houden, over de ganse lengte, zeg haar dat ze aan de rand van het dorp en over de hele breedte en andere lengte een bos moet aanplanten, eiken, beuken, platanen, esdoorns, beukenhagen met de kleur van ieder rood, mussen, merels, eekhoorns.
.Het plastiek.
.De millimeters in de zeevogels.
.Een oliewaas. Van dichtbij is zij de lelijkste brij. Het water stikt.
Zeg tegen de fabrieken dat de woestijnen blijven en dat de meren en rivieren van mij zijn, zeg tegen de fabrieken dat tuinen absoluut moeten, hectaren en hectaren en appelbomen en kersen.
.De piano versnelt.
.We zien Chaplin, hij loopt over het scherm, hij wist het, hij deed het, hij vertelde en vertelde maar slechts een twintigste heeft geluisterd, heeft gezien en herkend, die kleine man op het scherm, zwart wit zwart wit.