Bovendien, zegt Jef, zijn mensen mieren geworden want hij zag op televisie dat in steden zoals New York of Londen en de voetpaden en de weerspiegelingen in de blinkende gevels van de gebouwen en in het glas
Jef rookt.
Zijn pijp.
Hij kijkt naar de blauwe lucht.
Straks de school.
De straat, het zebrapad.
De kinderen, de fietsen.
Vrolijk.
Jef rookt.
Zijn pijp.
Een fabel over een mier en drie olifanten en een glazen huis ten voordele van een nieuw goed doel en de media-aandacht en nog een mier en een zebra en 33 grote kikkers.
(en de mensen zeggen ‘Jef is een beetje zot’ en ze kennen hem zo en ze vertellen het zo voort bij de bakker en de slager en aan de telefoon met hun vriendin of hun moeder of whatever, ‘moet je weten’ en dan praten ze over iemand anders en ‘o je wist het al maar’ en zo voort maar nee hij is niet gevaarlijk alleen dat van die paarden)