ZEVENENVIJFTIG

Mix het met wat
Mister E en met
Nico

en gooi er een zin of
twee
drie van
e e cummings en van
Pavese
bovenop en

mix it, shake it.

Dan nog een
begonia of een
weidemargriet of een
steenraket of een tak van de
rode oleander en

mix it, shake it
en het is een verhaal.

FIETSEN EN MOTORS

jouw land

 

‘Een mooi vak,’ zei Berto. ‘Maar het zal je moeite kosten wat te doen te vinden. Fietsen en motors. Die eten ’s winters niet, zoals paarden en wij. Je zou dubbel zoveel werk kunnen doen, maar hier begrijpen ze dat niet.’
(Cesare Paves,  Verzamelde romans ‘Jouw Land’, ‘Jouw Land’, II)

MIJN NAAM IS NEO

10948790944_ff697d3e47_c
(foto : Donna Kuhn)

Jef zegt dat er in den beginne helemaal niks was, vooral geen Fukushima en dat hij nog nooit eerder iets over die stad gehoord had, laat staan over Tepco.
Jef zegt dat hij het allemaal niet begrijpt, van het splijten en van de containers en van de opslag en van het gevaar.
Maar, zegt hij, er is iets met de besmetting van het water en van de lucht en er is wat met kankers die we allemaal hebben en zullen –
Er waren al zo veel duizenden bommen en proeven en baf ontploffingen en we leven toch ook nog, zei een expert, zegt Jef.
(Een nuchter iemand, verstopt in de coulissen maar altijd aanwezig, zegt: ‘Ja, vandaar, we hebben allemaal kanker’) (herhaling)

Jef zegt dat er in den beginne helemaal niks was, geen drukte in de straten maar ook geen mannen met een M-manie om bommenwerpende ruzie te maken
– en vrouwen.
En dat er geen zelfontploffers

en geen duizenden tonnen vet in de riolen
en geen instortende sportstadia
en geen misrekende bruggen
en geen valse dokters
en geen euro’s en dollars

(een andere stem, ook uit de coulissen, zegt: ‘Maar alvorens ik u begin te vervelen’)

Er woedt een Kerstmissfeer.
Er woedt een nieuwe mode: de kerstbomen werden gehalveerd.
En nieuwe materialen – zijdezacht, en wee, van kleur.

Terwijl de solden van Rimbaud
en een wijnrank van Pavese
Terwijl de kracht van Whitman
en een tekening van Blake

– sta ik hier, Neo. Ik ben de Baas van de Stadions
er woedt het voetbal
en veel mensen

Ik ben vooral: de Baas van Vrede
en baad mijn handen, sprankel water over al die godverdomse hoofden

wijs hen op nog groter en nog meer gejoel, op deze aarde
maan hen, ‘rustig, rustig’
maan hen, in een poging