O E U V R E (3/3) – ALL BLACK

Ha maar zijn volgende plan leek nog beter.
‘All Black on Old Canvas,’ dacht hij.
Hij nam het werk van een oude meester en overschilderde de beroemde woeste golven met een dikke zwarte laag.
Of zou hij de nieuwe titel laten verwijzen naar de oude? Nee, toch niet. Ze moesten het raden. Of hij kon tijdens de vele interviews die zouden volgen een hint geven. De wereld zou op zijn kop staan. Een oud en beroemd werk opgeofferd door een jonge kunstenaar?! WTF!
Hij bekeek de zwarte, grove lagen verf. Hij was tevreden. Het licht speelde met het zwarte en toverde zelfs schakeringen.
‘Yep, all black on old canvas, easy!’ grinnikte hij.

“White may be said to represent light, without which no colour can be seen; yellow the earth; green, water; blue, air; red, fire; and black – black is for total darkness.” – Leonardo da Vinci
(http://www.annacarien.com/blog/2016/9/5/-black , met dank aan H. voor de hint)

O E U V R E (2/3)

Dan wou hij iets doen met een olifant.
‘Die olifant is van mij, van mij, van mij,’ zei hij.
De logge linker voorpoot moest schuin naar boven, bijna verticaal. De slurf moest gerekt worden en naar rechtsachter wijzen.
Zodra dat plaatje compleet was, begon hij lange stroken van de olifantehuid te schrapen. Eén strook centraal van de kop, vijf andere willekeurig van de rest van het lichaam.
Hij overwoog om de staart in een knoop te leggen maar liet hem toch gewoon hangen.
‘Deze olifant zal mij beroemd, beroemd, beroemd maken,’ wist hij.
Foto’s werden gedeeld, het internet ontplofte, er was een wachtlijst voor de interviews.
‘Het is met een grote K,’ werd gezegd en geschreven en de olifantentoestand bleef gedurende maanden een hot item.
Een jaar later nam hij een niet eens moeilijke beslissing en verkocht hij de olifant per opbod.

O E U V R E (1/3)

Hij bekeek de drie kleine stippen.
‘Ik zou dat anders doen,’ dacht hij.
Met een dikke zwarte viltstift maakte hij de stippen tien keer groter, en dan weer tien keer groter.
‘Dat is veel beter,’ vond hij.
Hij zocht een geschikte buitenmuur en stelde zijn werk tentoon.
Drie passanten bekeken de drie enorme stippen en zagen hem er trots bij staan. Hij klopte zich op de borst.
‘Ze zijn van mij!’ zei hij.
De voorbijgangers keken naar de stippen, naar hem, naar de stippen, naar hem, lazen wat commentaren op de social media en vielen in zwijm van bewondering.
‘Zie je wel?’ kirde hij. ‘Ik zal dadelijk nog wat van die kleine stippen zoeken.’