in zijn stem en in zijn gedragingen klinkt de splinterbom.
als hij aan het touwtje trekt (het touwtje is pastelroze) klinkt er een knal en ontstaat er een poel.
het roze van het touwtje is verdwenen, de armen en benen van een tiental kinderen is verdwenen, hun hersenen, hun ogen –
hijzelf is gevlucht.
in zijn handpalm nog altijd de afdruk van het roze touwtje.
in zijn hoofd de naklank van de bom.
in zijn ogen (jachtig, opgejaagd) het metaal en het bloed van de kinderen en van hun ouders en vrienden.
in zijn stem en in zijn gedragingen klinkt de splinterbom.
als hij aan het touwtje trekt (het touwtje is pastelroze) klinkt er een knal en ontstaat er een poel.
het roze van het touwtje is verdwenen, de armen en
16 april 2013.
illustratie: Eva Vanderstappen (voorbereidend werk voor Merel en Mus)
foto: Sodade.
tussenstappen van de tekst:
anderewoorden: 2006-2013
Merel en Mus:
“Maar Merel, waarom liggen die mensen op de grond?”
“Dat weet ik niet, Mus.”
“Slapen ze, Merel?”
“Nee Mus, ik denk niet dat ze slapen.”
“Maar wat doen ze dan, Merel?”
“Ik denk dat ze dood zijn, Mus.”
dd 16/4/2013